observeren en luisteren

Observeren en luisteren
klas 3 E&O
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Observeren en luisteren
klas 3 E&O

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Doelen
- Wat weet je nog?
- Taak 4
- Uitleg
- Opdracht
- Taak 5
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- Je kan het verschil benoemen tussen desk- en fieldresearch.
- Je kan in eigen woorden het verschil uitleggen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
- Je kan benoemen wat de begrippen observeren en luisteren betekenen.
- Je kan observatie en luister opdrachten uitvoeren tijdens de les.

Slide 3 - Tekstslide

Wat vormt altijd de aanleiding voor marktonderzoek?
A
Een dilemma
B
Een vraag van een klant
C
Een marketingprobleem
D
Een wetenschappelijk onderzoek

Slide 4 - Quizvraag

wat is fieldresearch?
A
een interview bij de gemeente
B
zoeken via Google
C
gegevens zoeken bij het Centraal Bureau voor de Statistiek
D
literatuuronderzoek

Slide 5 - Quizvraag

Wat is deskresearch?
A
een enquête
B
zoeken op internet
C
een interview
D
een rapport opstellen

Slide 6 - Quizvraag

Ik wil een kapperszaak beginnen en laat me bij de concurrent knippen om meer te weten te komen over bijv. prijzen en inrichting winkel. Dit is...
A
Deskresearch
B
Fieldresearch
C
Beide
D
Geen marktonderzoek

Slide 7 - Quizvraag

John laat mensen op straat schoenen zien in verschillende kleurencombinaties en vraagt wat ze ervan vinden. De antwoorden zet hij 's avonds op zijn computer in het programma Excel. John doet ...
A
Deskresearch, hij zet het op de computer
B
Deskresearch, hij verwerkt de info thuis
C
Fielresearch, hij verzamelt nieuwe info
D
Fieldresearch, hij werkt buiten

Slide 8 - Quizvraag

Waarom vragen horen bij een kwalitatief onderzoek.
A
onjuist
B
juist

Slide 9 - Quizvraag

Bij een kwantitatief onderzoek, onderzoek je het aantal personen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek gaan beide over diepgaande informatie.
A
onjuist
B
juist

Slide 11 - Quizvraag

Taak 4
Wat: Maken taak 4 op blz. 11 t/m 15.
Hoe: Laptop nodig voor bronnen. Zoek de bronnen uit je boek op edu4all.nl
Wie: Fluisterend in tweetallen.
Tijd: Maximaal 30 minuten.

Ben je klaar?
Laten controleren door docent.



Slide 12 - Tekstslide

Observeren en luisteren
Observeren betekent dat je kijkt naar het gedrag van mensen.
Luisteren betekent horen wat andere mensen zeggen.

Observeren en luisteren is een manier van onderzoeken.
voordeel: het is vrij eenvoudig.
Nadeel: je kan niet doorvragen. Je moet objectief blijven.

NIVEA
Niet invullen voor een ander



Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

00:53
Hoeveel veranderingen zie je tijdens het filmpje?

Slide 15 - Open vraag

4

Slide 16 - Video

00:15
Wat is belangrijk als je vulploegmedewerker bent?
A
Klantvriendelijk zijn
B
Goed kunnen samenwerken
C
Niet te snel werken

Slide 17 - Quizvraag

00:34
Wat mag je niet als vulploegmedewerker?
A
Klantvriendelijk zijn
B
te veel achter elkaar werken
C
nee zeggen, als ze vragen of je komt werken

Slide 18 - Quizvraag

00:44
Wat vindt ze het leukste aan haar werk?

A
Ze is de hele tijd bezig.
B
Ze verveelt zich soms.
C
Ze zit vaak stil.

Slide 19 - Quizvraag

01:09
Wat vertelt het meisje over haar collega's?

A
Ze moeten hard werken, daarom praten ze alleen na het werk.
B
Het is gezellig, maar ze kunnen ook serieus werken.
C
Het is gezellig, daarom werken ze niet zo hard.

Slide 20 - Quizvraag

Taak 5
Wat: Maken taak 5 op blz. 16 t/m 18.
Hoe: Laptop nodig voor bronnen. Zoek de bronnen uit je boek op edu4all.nl
Wie: zelfstandig
Tijd: 20 minuten.

Ben je klaar?
Laten controleren door docent.

Slide 21 - Tekstslide

Wat ging er goed deze les?

Slide 22 - Open vraag

Wat kon er beter deze les?

Slide 23 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Open vraag