Paragraaf 1.1 Natuurkunde en scheikunde

1.1 Natuurkunde en scheikunde
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 14 min

Onderdelen in deze les

1.1 Natuurkunde en scheikunde

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Dit nieuwe vak heet NaSk. Nask staat voor Natuurkunde en Scheikunde. Bij natuurkunde en scheikunde kijk je naar de wereld om je heen.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij natuurkunde?

Slide 3 - Woordweb

Waar denk je aan bij scheikunde?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen
1.1.1 Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat.
1.1.2 Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
1.1.3 Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
1.1.4 Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.


Slide 5 - Tekstslide

Natuurkunde
Als het vriest, dan verandert water in ijs (afbeelding 4). IJs is een vaste stof.
Water kan dus veranderen in waterdamp of in ijs.
Van waterdamp en ijs kun je weer water maken.

Slide 6 - Tekstslide

Scheikunde
Stoffen kunnen ook op een andere manier veranderen. Hout kan verbranden. Het hout verandert dan in houtskool, as en rook.
Van houtskool, as en rook kun je geen hout meer maken. Het hout is voor altijd veranderd in andere stoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Natuurverschijnselen
Bliksem, stoffen, water, licht en geluid komen voor in de natuur. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in de natuur. 
Bij nask leer je hoe deze natuurverschijnselen werken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Biologie
Ook het vak biologie gaat over de natuur. Maar biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten. Natuurkunde en scheikunde gaan over de nivende natuur. 

Slide 11 - Tekstslide

TEST!

Slide 12 - Tekstslide

Een maag verteert eten en breekt voedingsstoffen in kleine stukjes.
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 13 - Quizvraag

De accu van telefoon opladen
De verbranding van een stuk hout
Het ademen van een insect
Biologie
Scheikunde
Natuurkunde

Slide 14 - Sleepvraag

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 15 - Quizvraag

Licht is WEL / NIET een natuurverschijnsel.
A
wel
B
niet

Slide 16 - Quizvraag

Hoort de zin bij natuurkunde of bij scheikunde?
Water bevriest in de koelkast
A
natuurkunde
B
scheikunde?

Slide 17 - Quizvraag

Hoort de zin bij natuurkunde of bij scheikunde?
Het kaarsvet van een brandende kaars verbrandt.
A
natuurkunde
B
scheikunde?

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je onthouden??

Slide 19 - Woordweb

Onthoud
Natuurkunde en scheikunde gaan over natuurverschijnselen in de niet-levende natuur.
Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

Natuurkunde en scheikunde gaan ook over stoffen.
Bij natuurkunde veranderen stoffen van toestand.
Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen.

Slide 20 - Tekstslide