2.4 Het Lötschental

1 / 41
volgende
Slide 1: Link
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Welkom! 
Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdvraag H2
Welke grote natuurlandschappen zijn er op aarde en hoe verklaar je hun ligging? 
§1: Tropische regenwouden
§2: Droge gebieden 
§3: Toendra's en ijsvlakten 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
Droge lucht

Slide 5 - Sleepvraag

Waar liggen de tropen ook alweer?
tussen...
A
10°N.B. en 10°Z.B.
B
13,5°N.B. en 13,5°Z.B.
C
17°N.B. en 17°Z.B.
D
23,5°N.B. en 23,5°Z.B.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is het koud op de noordpool?
A
De zonnestralen vallen schuin in en verwarmen een groot oppervlak
B
De zonnestralen vallen loodrecht, verwarmen een klein oppervlak
C
De zonnestralen leggen een lange weg af naar de polen
D
Ze zonnestralen leggen een korte weg af naar de polen

Slide 7 - Quizvraag

De boomgrens is...
A
10 graden in de zomer
B
10 graden in de winter
C
0 graden in de zomer
D
0 graden in de winter

Slide 8 - Quizvraag


In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag


In de taiga is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag


Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een hooggebergte is
  • Je kunt uitleggen welke hoogtegordels er zijn in de bergen en je kunt ze herkennen. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid, inrichting van het landschap en reliëf. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen. 

Slide 12 - Tekstslide

B-nummers
B51: hoogtegordels
B52: Hoogteligging en temperatuur

Vaardigheden: 
B3: Aardrijkskunde: verschijnselen
B13: Wisselen van schaalniveau
B15: verbanden leggen 

Slide 13 - Tekstslide

Het Lötschental
Gletsjer
Gletsjer = Een enorme ijsmassa die langzaam naar het dal schuift.

Zomer
Winter

Slide 14 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?

Slide 16 - Woordweb

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 17 - Tekstslide

Reliëf = hoogteverschil
4 vormen van relië van hoog naar laag:

1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m

Slide 18 - Tekstslide

Lage bevolkingsdichtheid 
Hoog in de bergen               natuurlandschap
In de dalen              meer ingericht landschap

Slide 19 - Tekstslide

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg

Slide 20 - Tekstslide

Poolgebied
Hooggebergte

Slide 21 - Tekstslide

Poolgebied
Hooggebergte

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag 
H2§4 opdracht 1 t/m 5 



Slide 23 - Tekstslide

Wat doen toeristen die naar de Alpen op vakantie gaan?

Slide 24 - Woordweb

Lötschental vroeger & nu 
Vroeger              in de zomer het vee op de alpenweiden

Nu              mensen zijn geen boer meer maar werken in de toeristische sector. Ook werken ze nu vaker buiten het dal door de betere bereikbaarheid. 

Tegenwoordig 2 seizoenen voor toeristen zowel de winter als de zomer = dubbelseizoen 

Slide 25 - Tekstslide

Hoogteligging 
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogteligging en temperatuur:
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af.
Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af.
De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.

Regel:
  • Hoe hoger, hoe kouder
  • Als je 1000 m stijgt wordt het 6°C kouder.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een hooggebergte is
  • Je kunt uitleggen welke hoogtegordels er zijn in de bergen en je kunt ze herkennen. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid, inrichting van het landschap en reliëf. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen. 

Slide 29 - Tekstslide

B-nummers
B51: hoogtegordels
B52: Hoogteligging en temperatuur

Vaardigheden: 
B3: Aardrijkskunde: verschijnselen
B13: Wisselen van schaalniveau
B15: verbanden leggen 

Slide 30 - Tekstslide

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 31 - Sleepvraag

Welke hoogtegordel zie je op de voorgrond?
A
Loofboomgordel
B
Rotsgordel
C
Naaldboomgordel
D
Alpenweide

Slide 32 - Quizvraag

Het toerisme in het Lötschental kent een dubbelseizoen. Welk schaalniveau past het beste bij deze uitspraak?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal

Slide 33 - Quizvraag


Hoe goed heb je de les begrepen?
A
B
C
D

Slide 34 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 35 - Woordweb

Welke vragen heb je voor de volgende les?

Slide 36 - Woordweb

Proefwerk
Week 7 (de week voor de voorjaarsvakantie) 
H2 §1 t/m 5
Theorie, b-nummers en begrippen. 
Je krijgt ook atlasvragen. Je hoeft geen topografie te leren. 

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk volgende week: 
H2§4 opdracht 1 t/m 4, 6 en 7.

Klaar? Op virtuele excursie. Vraag mevrouw Meijer om de link 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Op virtuele excursie
Probeer de verschillende hoogtegordels te herkennen en noteer de kenmerken 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link