Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HS 2 Bron D Vraagwoorden quiz
Unidad 2
¡Qué aproveche!
Bron D:
Herhaling en quiz over vraagwoorden en vraagzinnen.
Vocabulario:
Bron A - B - C
En la mesa:
Laptop open -> LessonUp
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unidad 2
¡Qué aproveche!
Bron D:
Herhaling en quiz over vraagwoorden en vraagzinnen.
Vocabulario:
Bron A - B - C
En la mesa:
Laptop open -> LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Welke 'interrogativos' ken je al in het Spaans?
timer
1:30
Slide 2 - Open vraag
Vragende voornaamwoorden
¿Qué?
Wat?
¿Quién (es)?
Wie?
¿Cómo?
Hoe?
¿Dónde?
Waar?
¿Cuándo?
Wanneer?
¿Cuál (es)?
Welk(e)?
*¿A dónde?
Waarheen?
*¿De dónde?
Vanwaar?
¿Por qué?
Waarom?
¿Cuánto/a/os/as?
Hoeveel?
Slide 3 - Tekstslide
Sleep het Spaanse woord naar de juiste vertaling!
wanneer?
waarom?
waar vandaan?
hoeveel
welke?
waar?
waarheen?
hoe?
wat?
wie?
¿Cuánto?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién?
¿Cuándo?
¿Cuál?
¿Adónde?
¿Dónde?
¿De dónde?
¿Por qué?
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... están mis llaves?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 5 - Sleepvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ hermanos tienes?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuántos
D
Dónde
Slide 6 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ se llama tu mejor amigo?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 7 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ te llamas?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 8 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ está tu escuela? - En Apeldoorn.
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 9 - Quizvraag
Categorie I: eenvoudig
¿Dónde? Waar?
¿Cuándo? Wanneer?
¿Cómo? Hoe?
¿Por qué? Waarom?
Let op de accenttekens!
Slide 10 - Tekstslide
(Waar) está el estadio de fútbol Azteca?
A
¿Cómo
B
¿Dónde
C
¿Por qué
D
¿Qué
Slide 11 - Quizvraag
(Waarom) estudias español?
A
¿Qué
B
¿Cómo
C
¿Dónde
D
¿Por qué
Slide 12 - Quizvraag
Categorie II: iets lastiger
Deze vraagwoorden nemen het
geslacht
of
getal
van het zelfstandig naamwoord over:
¿Quién? ¿Quiénes? Wie?
¿Cuánto-a? ¿Cuántos-as? Hoeveel?
Voorbeelden...
Slide 13 - Tekstslide
¿Quién, quiénes?
¿
Quién
es esa chica?
¿
Quiénes
son esos chicos?
Slide 14 - Tekstslide
¿Cuánto-a, Cuántos-as?
¿
Cuántas
piñas
hay en la foto?
¿
Cuántos
peces
hay en la foto?
Slide 15 - Tekstslide
¿(Wie) es tu profesor de inglés?
A
¿Cuánto
B
Cuánta
C
¿Quién
D
¿Quiénes
Slide 16 - Quizvraag
¿(Hoeveel) platos mexicanos conoces?
A
¿Cuántos
B
¿Cuánta
C
¿Quiénes
D
¿Cuánto
Slide 17 - Quizvraag
Categorie III: een uitdaging
QUÉ
en
CUÁL
betekenen allebei WAT en WELK/E in het Nederlands.
CUÁL
wordt gebruikt bij het werkwoord SER en is veranderlijk.
CUÁL
neemt het getal van het bijbehorende zelfstandig naamwoord over.
Slide 18 - Tekstslide
¿Cuál? ¿Qué?
Wat is
je favoriete liedje? ¿Qué quieres beber?
Slide 19 - Tekstslide
¿(Wat) es tu clase favorita?
A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qué
D
¿Qués
Slide 20 - Quizvraag
¿(wat) vamos a comer el fin de semana?
A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qués
D
¿Qué
Slide 21 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
-¿....viven tus abuelos?
- En Almere.
A
Cúando
B
Cómo
C
Dónde
D
Quién
Slide 22 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....tenemos biología?
- En la tercer hora (het derde uur).
A
Por qué
B
Dónde
C
Cómo
D
Cuándo
Slide 23 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....no comes carne?
- Porque soy vegetariano.
A
Cuándo
B
Por qué
C
Quién
D
Dónde
Slide 24 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....es tu hermana?
- Es alta, guapa y muy simpática.
A
Dónde
B
Por qué
C
Cómo
D
Cuánto
Slide 25 - Quizvraag
QUÉ of CUÁL- CUÁLES
Betekenis = welk/ welke
Qué +
znw
Cuál + ww ser
Slide 26 - Tekstslide
Kies uit "qué- cuál -cuáles"
- ¿... es tu casa?
A
Cuáles
B
Cuál
C
Qué
Slide 27 - Quizvraag
-¿....días practicas natación?
A
Qué
B
Cuál
C
Cuáles
Slide 28 - Quizvraag
¿.... son tus libros?
A
Cuál
B
Cuáles
C
Qué
Slide 29 - Quizvraag
¿.... es capital de México?
A
Cuál
B
Qué
C
Cuáles
Slide 30 - Quizvraag
¿.... asignaturas tenemos hoy?
A
Cuáles
B
Qué
C
Cuál
Slide 31 - Quizvraag
Quién / Quiénes
Cuánto/s - cuántas
Slide 32 - Tekstslide
¿..... es tu madre?
A
Quién
B
Quiénes
Slide 33 - Quizvraag
¿.... son tus compañeros de clase?
A
Quién
B
Quiénes
Slide 34 - Quizvraag
¿..... ingredientes lleva la paella?
A
Cuántas
B
Cuánto
C
Cuántos
Slide 35 - Quizvraag
¿.... cuestan las enchiladas?
A
Cuánto
B
Cuántos
C
Cuánta
Slide 36 - Quizvraag
¿... salsa quieres preparar?
A
Cuánto
B
Cuánta
C
Cuántos
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
VRAAGWOORDEN
December 2023
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
VRAAGWOORDEN
Juni 2022
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Vraagwoorden jaar 3
Februari 2024
- Les met
27 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Qué aproveche Bron A, Bron B & Bron C
November 2024
- Les met
39 slides
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute V
Leerroute 5
3HV - Les 11 - vraagwoorden
Juni 2024
- Les met
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV - Les 11 - vraagwoorden
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV - Les 11 - vraagwoorden (18th Okt)
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Unidad 2 CG nuevo
Juni 2020
- Les met
20 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1