Les 7/8: Quiz
1 / 20
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Christel
Heeft het hebben van vrienden invloed op je gezondheid?
Slide 2 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Heeft de staat van je lichaam invloed op je gezondheid?
Slide 3 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Heeft vrije tijd hebben invloed op je gezondheid?
Slide 4 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel domeinen worden er gebruikt bij Positieve Gezondheid?
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 5 - Quizvraag
Rune
Welke van de volgende is geen dimensie van positieve gezondheid?
A
Lichaamsfuncties
B
Mentaal welbevinden
C
Medische diagnoses
D
Zingeving
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom positieve gezondheid?
A
Het is belangrijk dat je een zinvol leven hebt
B
Regie hebben over je eigen leven is belangrijk
C
Preventief aan je gezondheid werken
D
De 3 antwoorden zijn juist
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent veerkracht?
A
Sterker uit een lastige situatie komen
B
Je makkelijk kunnen aanpassen
C
Je lenigheid vergroten
D
Je spiermassa vergroten
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke dimensie van positieve gezondheid heeft betrekking op iemands vermogen om met stress en uitdagingen om te gaan?
A
Lichaamsfuncties
B
Mentaal welbevinden
C
Kwaliteit van leven
D
Dagelijks functioneren
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent 'zingeving' in positieve gezondheid?
A
Een fysieke activiteit
B
Het gevoel van betekenis en doel in het leven
C
Een medische procedure
D
Een dieetplan
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een van de manieren om dagelijks functioneren te verbeteren in positieve gezondheid?
A
Meer tv kijken
B
Regelmatig sporten
C
Fastfood eten
D
Minder slaap krijgen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke dimensie van positieve gezondheid heeft betrekking op fysieke aspecten zoals kracht en flexibiliteit?
A
Zingeving
B
Mentaal welbevinden
C
Lichaamsfuncties
D
Kwaliteit van leven
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kunnen sociale relaties bijdragen aan positieve gezondheid?
A
Ze hebben geen invloed op gezondheid
B
Ze kunnen een gevoel van eenzaamheid vergroten
C
Ze verergeren stress
D
Ze dragen bij aan een beter mentaal welbevinden
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de belangrijkste focus van positieve gezondheid in vergelijking met traditionele geneeskunde?
A
Behandeling van ziekten
B
Verbetering van kwaliteit van leven en welzijn
C
Preventie van ziekten
D
Verlenging van levensduur
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kunnen individuen hun positieve gezondheid verbeteren?
A
Alleen door medische behandelingen
B
Door evenwichtige aandacht te besteden aan alle zes de dimensies
C
Door te focussen op slechts één dimensie
D
Door zich volledig te richten op fysieke fitheid
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de volgende activiteiten valt onder 'dagelijks functioneren'?
A
Werken aan een hobby
B
Het leren van een nieuwe taal
C
Persoonlijke verzorging, zoals aankleden en wassen
D
Het maken van reisplannen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke term beschrijft het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren zonder hulp of beperkingen?
A
Zelfredzaamheid
B
Afhankelijkheid
C
Invaliditeit
D
Vermoeidheid
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn enkele factoren die dagelijks functioneren kunnen beïnvloeden?
A
Het weer
B
Financiële status
C
Politieke voorkeur
D
Favoriete tv-programma's
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk domein vind jij belangrijk?
A
Dagelijks functioneren, meedoen
B
Lichaamsfuncties
C
Kwaliteit van leven en zingeving
D
Mentaal welbevinden
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
