Les 1 Hygiëne: Besmettingsroutes & Persoonlijke Hygiëne en hand Hygiëne

Les 1 Hygiëne: 
Besmettingsroutes & Persoonlijke Hygiëne en hand Hygiëne
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ParaveterinairMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Hygiëne: 
Besmettingsroutes & Persoonlijke Hygiëne en hand Hygiëne

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les:
Is jouw mobiel in de tas 
en staat het geluid 
UIT!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Pak de cursus beschrijving erbij en lees deze zelfstandig door.           Overleg daarna met je buurman of buurvrouw en maak samen een top 3 van wat jullie graag willen leren tijdens deze cursus. 
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet hier je top 3 neer wat jullie willen leren van deze cursus.

Slide 4 - Woordweb

Noteer evt op het bord 3 of 4 onderwerpen die vaak terug komen om het nog een keer samen te vatten.
Deze cursus bestaat uit:
  • Les opdrachten: Deze maak je tijdens de lessen en/of thuis (als je er niet was) en moeten ingeleverd worden om de cursus af te sluiten. Deze zijn te vinden in de onderwijseenheid: Hygiënisch werken op de dierenartsen praktijk periode 7
  • Inleveren van de uitgewerkte opdrachten in 1 document: Cumlaude -> periode 7-> Aanvullingen. Deadline: Donderdag 17  Oktober.
  • Toets met een cijfer.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je de antwoorden vinden op de lesopdrachten?
  1. Bronnen in de Author
  2. Bronnen die aangegeven worden in de cursus beschrijving.
  3. Animalis: module huisvesting in de dierenartsenpraktijk.
  4. Animalis: digitale module reinigen na de operatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze Les:
Aan het einde van de les kun je;
  1. Benoemen uit welke verschillende onderdelen een besmettingsroute bestaat.
  2. Vijf manieren benoemen waarop een ziekteverwekker kan worden uitgescheiden.
  3. Vijf manieren benoemen waarop een dier besmet kan raken.
  4. Uitleggen waarom een goede handhygiëne belangrijk is in de praktijk.
  5. Benoemen welke persoonlijke maatregelen genomen kunnen worden om de kans op infectieoverdracht te verminderen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besmettingsroutes

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klein stukje historie:

  • Voor de middeleeuwen (500-1500) nauwelijks aandacht voor gezondheid en ziekenzorg.
  • In 1674 werd door Antoni van Leeuwenhoek de microscoop uitgevonden hiermee kon hij bacteriën zien.





                                                                  Semmelweis
  • In 1844 kwam Semmelweis werken 
  • bij het Allgemeines Krankenhaus in Wenen,
  • dit ziekenhuis had 2 kraamafdelingen.
  • 25% van de kraamvrouwen overleed in 
       het ziekenhuis aan kraamvrouwenkoorts.
  • Hij ontdekte dat iets in het bloed de boosdoener kon zijn en verlangde hij dat iedereen zijn handen in bleekwater zou wassen voor diegene de kraamzaal in zou gaan.
  • De sterfte van de kraamvrouwen daalde naar 1-2% hier door
  • Eind 19e eeuw ontdekte Louis Pasteur dat bacteriën bederf en rotting veroorzaakten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Micro-organismen
De definitie van Micro-organismen:
Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn, maar zichtbaar worden onder de microscoop

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke Micro-organismen zijn er ?

Slide 13 - Open vraag

Virussen en Prionen hebben geen cellen en worden daarom niet als levend gezien. Het zijn dus officieel geen organismen. Wel nemen we deze mee in de cursus hygiëne.
Bacteriën kunnen op verschillende manieren praktisch van elkaar worden onderscheiden. Bacteriën worden onderverdeeld op basis van drie kenmerkgroepen:
de vorm en de ligging van bacteriën ten opzichte van elkaar;
de aard van de celwand;
voedsel en het onderscheid aeroob/anaeroob (wel of geen zuurstof nodig).
staafvormig, B. bolvormig, C. bolvormig in clusters, D. bolvormig in paren, E. spiraalvormig, F. kommavormig

Zijn alle micro organismen ziekte verwekkend?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt dan dat we soms wel en soms niet ziek worden?


Symbionten
  • Nuttig voor gastheer. Bijv. bacteriën in de pens van een koe. Yoghurt drankjes met melkzuurbacteriën zoals Yakult.
Apathogeen
  • Veroorzaken geen ziekte bij gastheer.
Voorwaardelijk pathogeen
  • Veroorzaken onder bepaalde omstandigheden ziekte bij gastheer. Bijv. bacteriën op de huid die bij een wondje vermeerderen en zorgen voor infectie.
Pathogeen
  • Veroorzaken altijd ziekte bij gastheer. Bijv. Rabiësvirus
  • Hoogvirulent ( zeer gevaarlijk, het corona virus) of laagvirulent ( veel minder gevaarlijk,  een verkoudheid)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besmetting

Een besmettingsroute is de manier waarop een ziekteverwekker, zoals een virus, bacterie, schimmel of parasiet, van de een naar de andere wordt overgedragen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht 1
We gaan een filmpje bekijken over de besmettingsroute van een koe met Neospora. 
Bedenk met dit filmpje in je achterhoofd uit welke verschillende onderdelen een besmettingsroute bestaat en schrijf deze op.

filmpje is zonder geluid, dus goed opletten.  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestond de besmettingsroute in het filmpje wat we net gezien hebben?

Slide 20 - Open vraag

Een besmettingsroute is de weg die de ziekteverwekker>micro-organisme>pathogeen aflegt om uiteindelijk een dier of mens ziekt te maken. De ziekteverwekker wordt uitgescheiden door een dier/mens waardoor het in de omgeving terecht komt. Vervolgens kan de ziekteverwekker vanuit de omgeving het lichaam van de patiënt binnen dringen via de porte d’entrée zoals we dat noemen. Dit is Frans voor toegangspoort. Welke manieren hiervoor zijn komen we later op terug. Als de ziekteverwekker in het lichaam van de patiënt is, is de patiënt besmet en de ziekteverwekker zich daar vermeerderen en zijn ding doen waardoor de patiënt ziek wordt. De besmette en zieke patiënt kan op zijn of haar beurt weer de ziekteverwekker uitscheiden in de omgeving en zo iemand anders of zichzelf opnieuw besmetten.
Om ziek te worden zijn er miljoenen actieve ziekteverwekkersnodig

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak les opdracht 2 .
Bedenk 5 manieren waarop:
• Een dier een ziekteverwekker kan uitscheiden.
• Een ziekteverwekker in het lichaam van een dier terecht kan komen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





                   Krabben en bijten                                                   Lichamelijk contact     

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverwekker  in de omgeving
- Sommige ziekteverwekkers kunnen slechts een korte tijd buiten een lichaam overleven maar sommige ook erg lang!
- Hoe lang een ziekteverwekker besmettelijk blijft hangt af van de volgende omstandigheden:
1) Luchtvochtigheid
2) Temperatuur

Slide 24 - Tekstslide

Als een ziekteverwekker is uitgescheiden in de omgeving verschilt het per ziekteverwekker en de omstandigheden hoelang die kan overleven.
Voorbeeld parvo virus: Het Parvovirus is een hardnekkig virus. Het virus kan in een donkere en vochtige omgeving maanden tot jaren overleven. Het virus kan worden overgebracht via kleren en handen. Verzorgers dienen in de quarantaine beschermende kleding (inclusief handschoenen) te dragen.
Alleen chloor kan het virus doden. Alcohol en quaternaire ammoniumzouten zijn geen effectief desinfectiemiddel tegen Parvo. Omdat chloor niet werkt op ontlasting, grond en andere zichtbare viezigheid, moet voor ontsmetten een ruimte eerst grondig worden schoongemaakt met zeep. Na het verwijderen van de zeepresten kan chloor worden aangebracht, waarna het voldoende tijd moet krijgen om zijn werk te doen (zie hiervoor instructies op de verpakking van de chloortabletten). Na grondige schoonmaak en ontsmetting (liefst twee maal) van een ruimte, is een ruimte meteen weer bruikbaar.
Als chloor niet gebruikt kan worden (bijvoorbeeld in een huiskamer of in de tuin), kan herhaald grondig schoonmaken het aantal virusdeeltjes verminderen.
Iedere ziekteverwekker heeft een optimale luchtigvochtigheid en temperatuur. Dat wil zeggen dat bij die luchtvochtigheid en temperatuur de ziekteverwekker zich het snelste vermenigvuldigd. Voor de een zijn die natte warme omgevingen denk bijvoorbeeld huidplooien bij bulldogs daar is vaak meer kans op infecties. Ze hebben ook een maximum en minimum temperatuur waarboven of onder ze niet meer groeien/vermenigvuldigen. Dit wil niet zeggen dat ze ook dood zijn!! Het kan best zijn dat ze onder de minimum temperatuur in een soort slaap stand gaan en als het opwarmt weer actief worden!!

Hoe worden ziekte verwekkers opgenomen?
Hoe kun je besmet worden?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is verticale transmissie?
A
overdracht van een besmetting via ruiken
B
overdracht van een besmetting van moeder op kind
C
overdracht van een besmetting van buurman op buurvrouw

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

De besmettingsroute is een cirkel die maar blijft door gaan als die niet op een van de punten wordt onderbroken.
In het filmpje was te zien dat de hond in de weide waar de koeien grazen poept. De hond is besmet met de parasiet Neospora Caninum dit is een coccidiose ( meer info; Neospora caninum - Medisch Centrum Voor Dieren (mcvoordieren.nl)) Hier hoeft hij zelf niet ziek van te zijn. In de ontlasting van de hond zitten de oocysten (ingekapselde stadium van de parasiet/soort eitje) die kunnen ontzettend lang onder verschillende omstandigheden overleven in de omgeving waarin ze zijn beland. Deze kunnen door de koe worden op gegrazen of met maaien in de kuil terecht komen en op die manier door de koe opgegeten worden (orale opname). Deze komt dan in het MDK (maagdarmkanaal) terecht van de koe. De oocyste komt uit zijn ruststand en wordt via de placenta aan het ongeboren kalf overgedragen. Als dit in een ongunstige periode van de dracht is of de besmetting is heel groot kan dit leiden tot abortus of misvormde kalveren. Deze manier van overdracht, tussen twee wezens die genetisch niet aan elkaar verwant zijn (koe en hond) noemen we horizontale overdracht.
Gaat het wel goed tijdens de dracht dan is het geboren kalf zelf ook meteen besmet die op haar beurt weer de ziekteverwekker kan overdragen als ze zelf een kalf krijgt. De overdracht van moederdier naar (ongeboren) kalf noemen we verticale overdracht ook wel maternale overdracht. Hierbij zijn de dieren dus wel genetisch met elkaar verwant.

Wat is een voorbeeld van directe transmissie
A
bijtwond
B
krabwond
C
open wond
D
gesloten wond

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe transmissie


Bijtwonden


Krabben


Druppels/
speeksel

Indirecte transmissie:
  • aerosol, 
  • vieze instrumenten, 
handen, kleding 


  • via tussengastheren
1)Mechanische vectoren: objecten
2)Biologische vectoren: dieren/insecten

Slide 29 - Tekstslide

Je hebt verschillende soorten transmissie/overdracht namelijk directe transmissie en indirecte transmissie. Direct dan zijn de dieren of mensen dicht bij elkaar in de buurt en bij indirect gaat het over een langere afstand en spelen meerdere factoren een rol zoals de omgeving bijvoorbeeld.
Wat zijn vormen van directe transmisse? Bijtwonden, krabben en druppels van lichaamsvloeistoffen (bloed, urine, speeksel etc). Maar ook heel simpel het likken van je hond of kat. Een voorbeeld is niesziekte bij katten, als ze niezen in het gezicht bij andere katten kunnen die de druppels weer via hun slijmvlies opnemen en zo ook besmet raken.
Wat zijn vormen van indirecte transmissie: aerosol (luchtdeeltjes bijv. corona daarom is ventilatie zo belangrijk), vieze instrumenten/handen of kleding, en een belangrijke is tussengastheren. Die tussengastheren noemen we ook wel vectoren. Je kunt mechanische vectoren (instrumenten, handschoenen etc.) hebben en biologische vectoren. De biologische vectoren zijn voor ons als paraveterinair belangrijk om goed scherp te hebben. Zo weten we allemaal dat de teek ziektes kan overbrengen (Lyme) maar zo hebben ze in Zuid Frankrijk bijvoorbeeld de zandvlieg die Leismania kan overbrengen op de hond. Gaat een hond mee op vakantie naar een risico gebied is het aan ons om de eigenaar een juist anti-parasitica mee te geven want niet alle producten werken hier tegen (Advantix wel).

Persoonlijke Hygiëne

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder persoonlijke hygiëne?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is persoonlijke hygiëne in de dierenartsenpraktijk zo belangrijk?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun jij zelf doen aan persoonlijke hygiëne doen om te voorkomen dat de kans op besmetting verkleint en waarbij je voorkomt dat je een zoönose oploopt?

Slide 34 - Woordweb

Lange haren in een staart; naast dat het ook soms onhandig is om met lange haren te werken in de DAP, denk aan het vast houden tijdens bloedprikken en je haar hangt opeens in de weg, is het ook voor je persoonlijke hygiëne beter om te doen. Assisteer je bij een operatie dan moet je je haar vast hebben en zelfs een haartje of OK muts op hebben. Op die manier voorkom je dat er haren in het steriele OK gebied komen.
Schone kleding of werkkleding (praktische kleding); zorg ervoor dat je als para altijd kleding aan hebt die tegen een “stootje” kan je zult regelmatig te maken hebben met opspringende honden en krabben de katten dus je kleren hebben wel wat te verduren. Vaak heb je een jasje aan. Zorg er voor dat je die wisselt nadat deze vies is geworden. Naast dat het er niet netjes uit ziet als je er veel haren of misschien wel bloed spetters op hebt zitten kan het ook verspreiding van ziekteverwekkers stimuleren. In de operatie kamer heb je vaak ook andere kleding die schoon is of zelfs steriel is gemaakt.
Schone schoenen; bedenk je eens waar je allemaal loopt en dan met dezelfde schoenen de operatiekamer in gaat. Niet echt hygiënisch. Zorg dus dat je andere schoenen aandoet als je de OK in gaat, vaak hebben praktijken hier wel speciale schoenen en kleding voor. En anders zijn blauwe overschoentjes ook altijd een optie.
Draag geen accessoires; op de plekken van ringen, horloges etc. verzamelen zich vaak veel bacteriën. Iets wat je niet wilt tijdens je werk als para. In het speciaal niet tijdens OK. Doe dus altijd je accessoires af als je de operatiekamer in gaat. Maar ook tijdens andere werkzaamheden en hanteren van dieren kan het gevaarlijk zijn om sieraden te dragen. Een nagel kan achter je ring of hangende oorbel blijven haken.
Eet en drink niet in ruimtes waar patiënten zijn; in deze ruimtes is de kans op ziekteverwekkers groter en als jij daar eet of drink is de kans groot dat je de ziekteverwekkers binnen krijgt. Loop dus niet met je boterham de opname in om even die kat of hond te checken maar laat je brood liggen in de kantine, doe je ding in de opname, en was je handen voor je weer gaat eten.
Hoest/snuit/toilethygiene; heel actueel nu met corona. Zorg dat je in je elleboog niest, was je handen regelmatig, maar altijd voor het eten en na toitletgebruik. Snuit je neus met papierenzakdoekjes.

Wat kun je doen aan je persoonlijke hygiëne in de DAP?
  1. Lange haren in een staart
  2. Schone kleding of werkkleding
  3. Schone schoenen
  4. Draag geen sieraden of een horloge om je pols
  5. Eet en drink niet in ruimtes waar patiënten zijn.
  6. Was je handen voordat je gaat eten
  7. Hoest/snuit/toilethygiëne
  8. Korte, schone nagels
  9. Geen nagellak of kunstnagels

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als eerste voordat je je handen gaat wassen?
A
haarmasker opzetten
B
operatie kleding aantrekken
C
sieraden en horloge afdoen
D
de kraan open zetten

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk tijdens het steriel aantrekken van de operatie kleding?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Handen was protocol

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van vandaag?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
De lesopdrachten van les 1 ( vraag 1 t/m 5) uit de opdrachten bundel zijn gemaakt en worden volgende week besproken.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies