H 8.4 deel 2 vragen Zwangerschap
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het hartje van een baby in de buik van de moeder
A
klopt langzamer
B
klopt even snel
C
klopt sneller
Slide 3 - Quizvraag
De baby in de buik van de moeder is klaar met ontwikkelen op...
A
6 weken
B
8 weken
C
12 weken
D
16 weken
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer is de baby een foetus?
A
met 8 weken
B
met 12 weken
C
met 16 weken
D
met 20 weken
Slide 5 - Quizvraag
Tot wanneer heet een baby een embryo?
A
4 weken
B
8 weken
C
12 weken
D
16 weken
Slide 6 - Quizvraag
Welk hormoon zorgt ervoor dat er extra melkklieren worden aangemaakt in de borsten van een zwangere vrouw?
A
progesteron
B
oestrogeen
C
testosteron
D
insuline
Slide 7 - Quizvraag
Waarom moet een vrouw vaak plassen aan het einde van haar zwangerschap?
A
Blaas is gevoelig
B
blaas heeft te weinig ruimte voor urine
C
blaasontsteking
Slide 8 - Quizvraag
Waarom heeft een vrouw last van maagzuur aan het einde van haar zwangerschap?
A
ze is gespannen
B
ze is misselijk
C
de maag zit in de verdrukking
D
komt door de baby
Slide 9 - Quizvraag
Waarom mag een vrouw niet roken of alcohol drinken tijdens haar zwangerschap?
A
Baby gaat schoppen
B
Baby krijgt de afvalstoffen niet binnen
C
Baby krijgt de afvalstoffen ook binnen
Slide 10 - Quizvraag
Heeft de baby in de baarmoeder 1 of 2 slagaders naar de placenta lopen?
A
1
B
2
Slide 11 - Quizvraag
Hoe vaak gaat een zwangere vrouw langs een verloskundige?
A
om de 2 weken
B
om de 3of 4 weken
C
om de 5 of 6 weken
D
om de 7 of 8 weken
Slide 12 - Quizvraag
Stoffen die naar het embryo gaan, gaan door de...
A
navelstrengader
B
navelstrengslagader
C
allebei
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de aandoening FAS bij een baby?
A
fast assign syndroom
B
foetaal alcohol syndroom
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een wee?
A
opengaan van de baarmoeder
B
samentrekken van de buikspieren
C
breken van de vruchtvliezen
D
samentrekken van de spieren in de baarmoederwand
Slide 15 - Quizvraag
Wat is veiliger voor een baby?
A
Stuitbevalling
B
Dwarsligging
C
met het hoofdje naar beneden
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke ligging is de kans het grootst dat er een keizersnede wordt gedaan?
A
dwarsligging
B
stuitligging
