Klopt het verhaal nog wel… Nu we dit geleerd hebben?We proberen het opnieuw:
Een opa zit met zijn kleinzoon aan een kampvuur. Hij vertelt over twee wolven die in ieder mens met elkaar strijden: wolf Goed en wolf Kwaad. Wolf Kwaad is een heel vals en gemeen loeder. Opportunistisch, egoïstisch, jaloers. Wolf Goed is een hele sympathieke, aardige en aaibare wolf. Empathisch, vriendelijk, samenwerkingsbereid. Opa benadrukt dat in ieder mens, niemand uitgezonderd, deze twee wolven met elkaar vechten. Kleinzoon luistert aandachtig, overdenkt de woorden van opa en vraagt dan: Opa, welke wolf wint? Waarop opa antwoordt: Als je ze goed voedt, zullen ze allebei winnen. Zie je, als ik ervoor kies alleen de goede wolf te voeden, zal de kwade om elke hoek verstopt zitten om te wachten tot ik afgeleid ben of zwak word en springt dan op om de aandacht te krijgen waarnaar hij hunkert. Hij zal altijd boos zijn en altijd de goede wolf bevechten. Maar als ik hem erken, is hij gelukkig en de goede wolf is gelukkig en winnen we allemaal. Want de kwade wolf heeft veel kwaliteiten – vasthoudendheid, moed, onverschrokkenheid, wilskracht en een groot strategisch denken – dat heb ik van tijd tot tijd nodig en dat ontbreekt de goede wolf. Maar de goede wolf heeft compassie, zorgzaamheid, kracht en het vermogen om te herkennen wat er in het beste belang van allen is. Zie je, kleinzoon, de goede wolf heeft de kwade wolf aan zijn zijde nodig. Als je er maar één voedt, zal de andere verhongeren en zij zullen onbeheersbaar worden. Door ze beide te voeden en te verzorgen zullen zij je goed van dienst zijn , iets goeds, iets van het leven.