H5 Mavo 3 2024 C en D

Chapitre 5
Un petit creux
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 5
Un petit creux

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Sujet et but(s)
* D Herhalen delend lidwoord met aantekeningen
* E en stencil
* F is huiswerk







Slide 2 - Tekstslide

Sur la table....

* TON LIVRE B: 
* TA TROUSSE
* TON CAHIER
* TON ORDINATEUR

Slide 3 - Tekstslide

Sujet
Quel est le sujet de chapitre 1?: 


Quels sont les buts?:


Slide 4 - Tekstslide

Sujet
Le sujet de chapitre 1: 
Commander quelque chose au restaurant.

Les buts:
Het delend lidwoord
Het werkwoord: prendre
Het regelmatige werkwoord venir

Slide 5 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn 3 "soorten" lidwoorden:
1. Het bepaalde lidwoord:      le     la        l'         les  (de/het)

2. Het onbepaalde lidwoord:  un    une               des  (een)

3. Het delend lidwoord:          du    de la   de l'    des  (-)






Slide 7 - Tekstslide

L'article défini

la pomme    =  de appel
le fromage  =  de kaas
l'huile (v)     = de olie
l'oeuf (m)     = het ei
les frites      = de frietjes


Slide 8 - Tekstslide

L'article indéfini

une pomme   =  een appel
un   fromage  =  een kaas
une huile (v)  = (een) olie
un   oeuf (m)  = een ei
des frites       = (een) frietjes


Slide 9 - Tekstslide

L'article partitif

de la pomme  =  appel
du fromage     =  kaas
de l'huile         =  olie
de l'oef            =  ei
des frites         =  frietjes

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer?
* Boodschappen doen
* Koken / maaltijden
* Restaurant / uit eten gaan

Slide 11 - Tekstslide

Examples

Hij koopt vis.                          Il achète du poisson.
Hij koopt de vis (een vis).     Il achète le poisson (un poisson).
Hij koopt twee vissen.           Il achète deux poissons.
Hij koopt veel vis.                  Il achète beaucoup de poisson.
Hij houd van vis.                    Il aime le poisson.

Slide 12 - Tekstslide

Omgekeerde uitleg:
want er zijn uitzonderingen
Checklijst:

* aimer / préférer / détester/ adorer
dan
* ontkenning
dan
* woorden van hoeveelheid
dan
* delend lidwoord

Slide 13 - Tekstslide

Woorden van emotie
aimer / préférer / détester / adorer

dan:  le , la , les of  l'

Il aime le poisson
Il n'aime pas le poisson
Il déteste le poisson


Slide 14 - Tekstslide

Ontkenning
de / d'

Il n'achète pas de poisson.
Il n'achète pas d'oignon
Il n'achète pas de frites
Il n'achète pas de viande

Slide 15 - Tekstslide

Woorden van hoeveelheid
de / d'
un kilo
un sachet
une assiette
une cuilière
une boîte
une bouteille
beaucoup

Slide 16 - Tekstslide

Woorden van hoeveelheid
de / d'
un kilo de pommes
un sachet de thé
une assiette de frites
une cuilière d'huile
une boîte de coca
une bouteille d'eau
beaucoup de viande

Slide 17 - Tekstslide

Woorden van hoeveelheid
de / d'

Il achète un kilo de poisson.
Il n'achète pas un kilo de poisson.
Il achète beaucoup de frites.
Il n'achète pas beaucoup viande.

Il achète un sachet de thé.
Il prend une cuillière d'huile.
Il boit une bouteille d'eau.

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal: Wij zoeken de ketchup, de mosterd, de ui en de sla.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal: Wij zoeken ketchup, mosterd, ui en sla.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal: Wij zoeken twee croissants, een kilo kaas, veel brood en drie uien.

Slide 21 - Open vraag

Prends ton livre!

Livre d'activités: B
page 22:  D

Exercices: 15 a b c d e 
                  16 a b c d
Eventueel: 16 e en 17 a b





Slide 22 - Tekstslide

Stencil!

Delend lidwoord

Slide 23 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "D" op blz. 23/24: opdracht  15 d e en 16 en 17
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Overleg in tweetallen
Tijd     :  15 minuten
Klaar  :  Starten met leren C en D: 
      Schrijf de zinnen voluit achterin je schrift of oefen met slim stampen 

Slide 24 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 25 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 26 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 27 - Tekstslide