wonden

wonden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

wonden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van het ontstaan van wonden
  • Mechanisch
  • Chemisch
  • Thermisch
  • Elektriciteit
  • Straling
  • Circulatiestoornis
  • Oncologisch

Slide 2 - Tekstslide

mechanisch:
Een mechanische wond is een type wond dat ontstaat door een fysieke kracht of trauma. Dit soort wonden kan verschillende vormen aannemen en varieert in ernst, afhankelijk van de aard van de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend. Mechanische wonden kunnen eenvoudig zijn, zoals snijwonden, of complexer, zoals verstuikingen of breuken.

chemische:
Een chemische wond is een type verwonding dat ontstaat door contact met schadelijke chemische stoffen. Deze wonden kunnen ernstige schade aan de huid en de onderliggende weefsels veroorzaken, afhankelijk van de aard van de chemische stof, de concentratie, de duur van de blootstelling en de manier waarop de stof in contact komt met het lichaam.

thermisch:
Een thermische wond is een type verwonding dat wordt veroorzaakt door extreme temperaturen, hetzij door hitte, hetzij door kou. Thermische wonden worden vaak geclassificeerd in twee hoofdcategorieën: brandwonden en bevriezingen. Hieronder worden deze wonden verder uitgelegd, inclusief de oorzaken, kenmerken en behandeling.

elektiriciteit:
Elektrische wonden zijn verwondingen die ontstaan door de elektrische stroom die door het lichaam passeert. Deze wonden kunnen zeer ernstig zijn en kunnen zowel externe als interne schade aanrichten, afhankelijk van de sterkte van de stroom, de duur van de blootstelling, en de route die de stroom door het lichaam volgt.

straling:
Stralingswonden zijn verwondingen die ontstaan door blootstelling aan verschillende vormen van straling. Dit kunnen ioniserende stralingen zijn, zoals röntgenstralen of gammastralen, of niet-ioniserende stralingen, zoals ultraviolette (UV) straling. Het type straling en de duur van de blootstelling bepalen de aard en ernst van de verwondingen.

circulatiestoornis:
Circulatiestoornissen kunnen ernstige gevolgen hebben voor wondgenezing en de algemene gezondheid van een patiënt. Wanneer er een probleem is met de bloedcirculatie, kan dit leiden tot onvoldoende zuurstof- en voedingsstoffenvoorziening naar de wond, wat het genezingsproces aanzienlijk kan vertragen of zelfs stoppen. Hieronder bespreken we wat circulatiestoornissen zijn, hun oorzaken, gevolgen voor wondgenezing en mogelijke behandelingsopties.
vaatziekten, diabetes, trombose, chronische ontstekingen, decubitus

oncologisch:
Oncologische wonden zijn verwondingen of zweren die optreden bij patiënten met kanker. Deze wonden kunnen verschillende oorzaken hebben, waaronder de ziekte zelf, behandelingen zoals chirurgie of bestraling, en complicaties die voortvloeien uit de kanker of de behandeling ervan. Hieronder bespreken we de soorten oncologische wonden, de oorzaken, de gevolgen voor patiënten en mogelijke behandelingsopties.




Factoren die de wondgenezing beïnvloeden
  • Voedingstoestand van de patiënt
  • Co- morbiditeit
  • Onderliggende pathologie
  • Psychologische toestand
  • Medicatie
  • Leeftijd van de patiënt
  • Gebruik van nicotine, alcohol en drugs
  • Hygiëne


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wondverzorging

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het TIME-model  onderscheidt vier stappen die onmisbaar zijn voor een goede wondgenezing:  

Slide 5 - Tekstslide

Het TIME-model is een gestructureerde benadering die wordt gebruikt in de wondzorg om de genezing van wonden te bevorderen. Dit model helpt zorgverleners bij het evalueren en beheren van wonden door vier belangrijke aspecten in overweging te nemen. TIME staat voor:

1. T - Tissues (Weefsels)
Dit aspect richt zich op de beoordeling van het weefseltype in de wond. Het omvat het identificeren van necrotisch (dood) weefsel, granulatieweefsel, en epithelialisatie (herstel van de huid).
Het doel is om necrotisch of niet-levensvatbaar weefsel te verwijderen (debridement) en gezonde weefselgroei te stimuleren.
2. I - Inflammation and Infection (Ontsteking en Infectie)
Dit verwijst naar het beoordelen van de ontstekingsreactie en mogelijke infectie in de wond. Een normale ontstekingsreactie is essentieel voor genezing, maar een overmatige of aanhoudende ontsteking kan schadelijk zijn.
Het is belangrijk om tekenen van infectie te herkennen, zoals roodheid, zwelling, warmte, pijn, en verhoogde exsudaatproductie. Indien nodig moet er behandeld worden met antimicrobiële middelen.
3. M - Moisture Balance (Vochtbalans)
Dit aspect richt zich op het handhaven van een optimale vochtbalans in de wond. Een te droge wond kan genezing vertragen, terwijl een te vochtige wond kan leiden tot maceratie (verweking van de huid rondom de wond).
Het gebruik van geschikte wondbedekkingen die het juiste vochtige milieu bevorderen, is cruciaal voor een effectieve genezing.
4. E - Edge (Randen)
Dit verwijst naar de toestand van de wondranden. Gezonde randen zijn essentieel voor een succesvolle genezing. Het beoordelen van de randen helpt bij het identificeren van factoren die de genezing kunnen belemmeren, zoals het ontbreken van epithelialisatie of afwijkingen in de randen.
Het doel is om een goede wondrand te creëren, die bevorderlijk is voor de genezing en het sluiten van de wond.
Toepassing van het TIME-model
Het TIME-model is nuttig voor zorgverleners bij:

Het systematisch evalueren van wonden en het vaststellen van een behandelplan.
Het monitoren van de voortgang van de wondgenezing en het aanpassen van de behandeling indien nodig.
Het verbeteren van de communicatie tussen zorgverleners over de wondstatus en de vereiste zorg.
Samenvatting
Het TIME-model biedt een gestructureerde en holistische aanpak voor het beheer van wonden. Door de vier elementen - weefsels, ontsteking en infectie, vochtbalans, en randen - in overweging te nemen, kunnen zorgverleners effectievere strategieën ontwikkelen om wonden te genezen en de algehele zorg voor patiënten te verbeteren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleuren wonden
Zwarte wond.



Gele wond.



Rode wond.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond.

  • Herkenbaar aan granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase.
  • In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel = epithelialisatie.

Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel.
Het vormt zich op de bodem van een ‘gezonde’ wond.

Slide 8 - Tekstslide

regeneratiefase:
Dit is de fase waarin beschadigd weefsel herstelt en opnieuw wordt opgebouwd na een verwonding. De regeneratiefase volgt op de ontstekingsfase
Het verzorgen van een rode wond.

Doel:
  • De wondbodem vochtig houden.
  • De wondbodem beschermen tegen beschadigingen (alleen dan kan het granulatieweefsel groeien).
  • Het verband mag niet verkleven met de wondbodem. Als dit wel gebeurt, kan je namelijk beschadigingen aanbrengen tijdens de verbandwisselingen.

Slide 9 - Tekstslide

Bij de behandeling van een rode wond zijn er verschillende verbandmiddelen beschikbaar die helpen om een vochtige genezing te bevorderen, exsudaat te absorberen en infecties te voorkomen. De keuze van het verband hangt af van de specifieke kenmerken van de wond, de hoeveelheid exsudaat en de behoeften van de patiënt.


Gele wond

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Het wondbed van een gele wond is bedekt met een gele laag. 
  • Vaak is deze laag dik of half vloeibaar. Soms is het een taaie laag. 
  • In de laag bevinden zich de cel resten en samengeklonterde eiwitten (fibrinebeslag). 
  • Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verzorgen van een gele wond.

Doel:
Het reinigen van het wondbed. 
• Een vochtig milieu creëren. 
• Een overmaat aan exsudaat absorberen.



Slide 12 - Tekstslide

De behandeling van een gele wond omvat het reinigen en desinfecteren van de wond, het verwijderen van necrotisch weefsel, het afdekken met geschikte verbandmiddelen, en het monitoren op tekenen van infectie. Het is belangrijk om de onderliggende oorzaken van de wond te identificeren en te behandelen om een succesvolle genezing te bevorderen. Neem altijd contact op met een zorgverlener voor een juiste beoordeling en behandeling, vooral als de wond niet verbetert of verergert.

Bij de behandeling van gele wonden kunnen verschillende verbandmiddelen, zoals hydrocolloïd, alginaat, hydrogel, schuimverbanden, transparante filmpjes en antiseptische verbanden, effectief zijn. Het is essentieel om de juiste keuze te maken op basis van de wondkenmerken en de behoeften van de patiënt. Regelmatige controle en het vervangen van het verband zijn cruciaal voor een succesvol genezingsproces.
Zwarte wond

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een zwarte wond bestaat uit afgestorven weefsel (necrose/debris).
  • Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën.
  • Behalve zwart kan de wond ook bruin, grijs of gelig zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee vormen van necrose:
  • Harde necrose (korst);
  • Natte necrose (gangreen).

  • behandeling:



Slide 15 - Tekstslide

Zwarte wonden zijn wonden die necrotisch (dood) weefsel bevatten, vaak met een zwarte of bruinachtige kleur, wat duidt op een ernstige toestand van weefselafbraak. Dit type wond kan ook geïnfecteerd zijn en vereist zorgvuldige behandeling om complicaties zoals infectie te voorkomen en het genezingsproces te bevorderen.

verbandmiddelen:
 Bij de behandeling van zwarte wonden zijn verschillende verbandmiddelen beschikbaar, waaronder alginaat, hydrocolloïd, hydrogel, schuimverbanden, transparante filmpjes en antiseptische verbanden. Het is belangrijk om de juiste keuze te maken op basis van de kenmerken van de wond en de behoeften van de patiënt. Regelmatige controle en het vervangen van het verband zijn cruciaal voor een succesvol genezingsproces.
vac systeem

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt ervoor dat je een korstje krijgt op een wond?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wond spoeling

Slide 19 - Tekstslide

sectio wond diep in de buik spoelen

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies