VTH - Wondzorg (Necrotische wond)

Wondverzorging
Necrotische wond
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch technisch handelenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wondverzorging
Necrotische wond

Slide 1 - Tekstslide

Je kunt wonden indelen:
- op basis van oorzaak (mechanische en andere
   oorzaken)
- op basis van open en gesloten worden.

Met behulp van speciale modellen kunnen we internationaal een eenduidige manier hanteren om wonden te classificeren (indelen, ordenen).


Slide 2 - Tekstslide

We bespreken hier twee wondclassificatiemodellen die je hierbij kunt gebruiken:
  

  • het TIME-model;
  • het classificatiemodel van de WCS.

Slide 3 - Tekstslide

Het TIME-model onderscheidt vier stappen die onmisbaar zijn voor een goede wondgenezing:  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

WCS Classificatiemodel (Woundcare Consultant Society).

Doel: zorgen dat iedereen wonden op dezelfde gestructureerde manier kan herkennen en behandelen.

Slide 6 - Tekstslide

Wijze:
  • deelt wonden in op basis van kleur.
  • de kleur geeft aan in welke fase van de wondgenezing de wond zich bevindt.
  • de behandeling is vervolgens afhankelijk van de fase van wondgenezing.

Slide 7 - Tekstslide

Zwarte wond.



Gele wond.



Rode wond.


Slide 8 - Tekstslide

Rode wond.


  • Herkenbaar aan granulatieweefsel, de wond bevindt zich in de regeneratiefase.
  • In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel = epithelialisatie.

Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel.
Het vormt zich op de bodem van een ‘gezonde’ wond.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het verzorgen van een rode wond.

Doel:
  • De wondbodem vochtig houden.
  • De wondbodem beschermen tegen beschadigingen (alleen dan kan het granulatieweefsel groeien).
  • Het verband mag niet verkleven met de wondbodem. Als dit wel gebeurt, kan je namelijk beschadigingen aanbrengen tijdens de verbandwisselingen.

Slide 12 - Tekstslide

Wondmateriaal voor een rode wond.
Materiaal dat een vochtige omgeving creëert zoals een zalf of geïmpregneerd gaas.
Dit is geen materiaal wat de wond nat maakt zoals een gaas met water erop!!
Nat materiaal trekt vuil zoals MO uit de wond.

Slide 13 - Tekstslide

Een vochtige omgeving is nodig om de granulatievorming van de wond te stimuleren.

Daarom moet men bij droge wonden voor vocht inbrengende middelen kiezen.

Bij natte wonden moet je juist voor absorberende materialen kiezen.

Slide 14 - Tekstslide

Gele wond

Slide 15 - Tekstslide

  • Het wondbed van een gele wond is bedekt met een gele laag. 
  • Vaak is deze laag dik of half vloeibaar. Soms is het een taaie laag. 
  • In de laag bevinden zich de cel resten en samengeklonterde eiwitten (fibrinebeslag). 
  • Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. 

Slide 16 - Tekstslide

Het verzorgen van een gele wond.

Doel:
Het reinigen van het wondbed;
• Een vochtig milieu creëren;
• Een overmaat aan exsudaat absorberen.



Slide 17 - Tekstslide

Spoelen van een wond:

  • Het spoelen is minder pijnlijk als de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur is.
  • Steriele vloeistoffen zijn na het openen niet langer dan 24 uur houdbaar.
  • In het algemeen wordt de wond gespoeld tot de terugvloeiende vloeistof helder is.

Slide 18 - Tekstslide

Het spoelen van een wond bij:

  • een verontreinigd wond bijvoorbeeld door straatvuil;
  • beschadigd weefsel onder de wondranden (ondermijnde wondrand)
  • bij fistelvorming 
  • bij verbandwisseling


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Spoelvloeistoffen:

  • Kraanwater (eerst 30 seconde laten stromen).
  • Nacl 0,9%;
  • Antibacteriële vloeistoffen (bij een infectie);
  • Ioniserende vloeistoffen (deze vloeistoffen zijn ontstekingsremmend of antibacterieel);
  • Steriel water.

Slide 21 - Tekstslide

Zwarte wond

Slide 22 - Tekstslide

  • Een zwarte wond bestaat uit afgestorven weefsel (necrose/debris).
  • Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën.
  • Behalve zwart kan de wond ook bruin, grijs of gelig zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn twee vormen van necrose:
  • Harde necrose (korst);
  • Natte necrose (gangreen).


Slide 24 - Tekstslide

Harde necrose
Natte necrose (gangreen)
Necrose alleen verwijderen als er ontstekingsverschijnselen zijn.

Je herkent ontstekingsverschijnselen aan rode en warme wondranden, zacht weefsel onder de korst en pijn aan de wond. 
Extra gevoelig voor bacteriegroei.


- mechanisch (snijden)
- chemisch (Eusol)
- biologisch (maden)
- enzymatisch (honingzalf)

Slide 25 - Tekstslide

Behandeling
Mechanisch = Hierbij snijden we het dode weefsel weg. Hiervoor moet wel een duidelijke scheidslijn zijn tussen necrotisch en vitaal weefsel. Het kan helpen de korst eerst te laten verweken;

Enzymatisch (met collagenase of honinggel) = Enzymen zorgen dat de afbraak van dood weefsel sneller gaat. We gebruiken deze methode bij (gele) wonden met necrose;

Slide 26 - Tekstslide

Behandeling
Chemisch (met Eusol). = Eusol is een oplossing van vloeibare paraffine en natriumhypochloriet. Paraffine voorkomt uitdroging en natriumhypochloriet werkt desinfecterend;

Biologisch (madentherapie) = We gebruiken madentherapie als andere behandelingen niet werken. Steriel gekweekte larven eten afgestorven weefsel op, zonder aan het gezonde weefsel te zitten.

Slide 27 - Tekstslide