5.5 Kijkhoek

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • iedereen aanwezig en materiaal mee?
  • telefoons op stil en in de telefoonzak?
  • terugblik
  • uitleg 1.2 kubus en vierkant
  • stiltetijd 
  • challenge uitslag kubus
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we de vorige les gedaan:
*Je kent en herkent de verschillende ruimtefiguren (kubus, balk, bol, kegel, prisma, cilinder en piramide).
*Je weet wat platte vlakken, gebogen vlakken, hoekpunten en ribben zijn.



Slide 3 - Tekstslide

werken uit het boek
Wat?
1.2 Kubus en vierkant 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 22, 24, 25, 26, L3, L4, L5
Hoe?
Eerst zelfstandig
Hulp?
buurman/buurvrouw
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Ga verder met 
1.3 Balk en rechthoek 30, 31, 32, 33, 36, 39, 41, 42, 43, 44, 45, L6, L7, L8
1.4 Cilinder, kegel en cirkel 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 62, L9, L10
timer
0:15

Slide 4 - Tekstslide

5.5 Kijklijnen en kijkhoek

Slide 5 - Tekstslide

5.5 Kijklijnen en kijkhoek
  • Marloes kijkt door de deur, hoeveel klasgenoten ziet ze?

Slide 6 - Tekstslide

Kijklijnen en kijkhoek
De kijklijnen van Marloes teken je vanaf het middelpunt van haar ogen, langs de zijkant van de deur. 
De hoek tussen de lijnen is haar kijkhoek.

Ze ziet dus 6 en een halve klasgenoot

Slide 7 - Tekstslide


Welke kijkhoek is het grootst?
A
David
B
Maas

Slide 8 - Quizvraag

Als ik je door een raam naar buiten kijkt zie je alles binnen jouw kijkhoek. Wat gebeurd er met de kijkhoek als ik dichter bij het raam ga staan?
A
De kijkhoek blijft gelijk
B
De kijkhoek wordt kleiner
C
De kijkhoek wordt groter
D
Ik heb geen kijkhoek meer

Slide 9 - Quizvraag

Wie heeft een grotere kijkhoek,
persoon A of persoon B?
A
Persoon A
B
Persoon B

Slide 10 - Quizvraag

vooruitblik



Wat gaan we de volgende les doen:
*Je kent de kenmerken (hoekpunten, ribben en zijvlakken) van een balk met letters benoemen.
*Je kunt een rechthoek en de uitslag van een balk tekenen.
*Je kunt een diagonaal tekenen.


Slide 11 - Tekstslide

Wat vond je van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll