Les 11 M&Z: Stimuleren van zelfredzaamheid bij jongeren/ Telefoongesprek voeren

Les 11 M&Z: Zelfredzaamheid en jongeren/ Telefoongesprek voeren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 11 M&Z: Zelfredzaamheid en jongeren/ Telefoongesprek voeren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
De leerling kan:
-Stimuleren tot zelfredzaamheid bij jongeren
-Weet wat een Residentieele instelling is
-Een telefoongesprek voeren 

Slide 2 - Tekstslide

Residentieele instelling
Als kinderen of jongeren niet in hun eigen gezin kunnen blijven, en niet naar een pleeggezing kunnen worden ze in een residentiele jeugdzogvoorziening geplaatst.
Residentieel betekent: je woont in een instelling.


Slide 3 - Tekstslide

Waarom woon je in een residentiele instelling?
De reden dat de jongere in een residentiele instelling woont kan verschillen:
1) Doordat een rechter heeft besloten dat ouders (tijdelijk) niet (meer) voor kun kind kan/mag zorgen.
2) Doordat de jongere iets hebben waardoor thuiswonen (tijdelijk) niet kan (gedrag etc.)
3) Als ouders binnenvaartschippers zijn - gaat kind naar schippersinternaat

Er wordt dag en nacht opvang geboden en wordt de jongere begeleid om zelfstandig te kunnen wonen.  Jij als pedagogisch medewerker helpt de jongere door te zorgen voor een veilige en rustige omgeving. Je helpt ze met het oplossen van hun problemen en ondersteunt ze bij het groeien naar zelfstandigheid.

Slide 4 - Tekstslide

De jongere die je vandaag beter gaat leren kennen wonen in behandelcentrum De springplank.
Dit centrum biedt orthopsychiatrische behandeling aan jongeren van 12/ 18 jaar.
De bewoners hebben verschillende problemen denk aan:
  • Ontwikkelstoornis(sen) angst- of stemmingsstroornissen en gedragsproblemen.

Deze residentiele instelling heeft als doel van het verblijf en de behandeling:
Een snelle en verantwoorde terugkeer in de maatschappij, het liefst in de eigen sociale omgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1. De doelgroep leren kennen
In Classroom ga je kennis maken met de jongere in opdracht 1. (Classroom les 11, blok 3)

1.1 Lees de informatie per client door en vat deze samen in de bijbehorende tabel:
-Geslacht leeftijd
-Wat is belangrijk voor deze jongere?
-Waar heeft de jongere moeite mee?

1.2 Geef aan welke hulp de jongere kan gebruiken

We kijken de opdracht gezamenlijk na!

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 8:  Belangrijke telefoonnummers
Wat als er wat gebeurt bij de springplank?
Stel er gebeurt wat ernstigs bij De Springplank, wie moet je dan bellen in geval van nood?
Het is handig voor de jongeren en voor de begeleiders handig om een duidelijk overzicht te hebben met alle gegevens van hulp instanties. 
Dan weten ze wie ze kunnen bellen en waar ze heen kunnen als er hulp nodig is.
Weet jij wie je zou  moeten bellen als er nood is bij jou thuis?


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 8:  Belangrijke telefoonnummers
Maak zelf een overzicht met belangrijke gegevens van hulpinstanties bij jou in de buurt.
Vul het schema in met instanties zodat jij deze zelf thuis op de koelkast kunt plakken. Mocht er wat zijn.... weet jij wie je moet inschakelen.

Je vindt het schema in opdracht 8  (Classroom les 11, blok 3)

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 8.2: Een telefoongesprek voeren
Laura (woont op de Springplank) heeft eerder verteld dat ze telefoneren met onbekenden erg spannend vindt. 
Hoe vind jij dat?
Wie belt er wel eens naar iemand die niet bekend is? een dokter, orthodontist... of iemand anders?

Waarom is dat spannend?

Slide 9 - Tekstslide

Voordat we gaan oefen wat tips....
1) Let op intonatie. Dit is spreken met verschillende toonhoogtes in je stem. (dit klinkt prettig voor de gene met wie je belt!

2) Leg de klemtoon op woorden die belangrijk zijn
- Ik wil graag een afspraak maken morgen bij de tandarts
- Ik wil graag een afspraak maken morgen bij de tandarts

Als je met een goede intonatie spreekt, klinkt je stem vriendelijker en levendiger, maar ook duidelijker.


Slide 10 - Tekstslide

Rol: Als jij een instantie moet bellen....
1) Zoek eerst het telefoonnummer op
2)Zorg dat je weet wie je gaat bellen (welke instantie maar ook wie je nodig hebt)
3)Noteer alvast de vragen die je gaat stellen of de gegevens die je nodig hebt.
4)Neem de telefoon, leg papier en een pen klaar en zorg dat je de vragen bij de telefoon hebt liggen.
5)Toets daarna het telefoonnummer in.

Slide 11 - Tekstslide

Rol: Als jij de door de client gebeld wordt:
1)Noem bij de opening van het gesprek altijd de naam van de instelling waar je werkt.
2)Zeg: Goedemorgen of Goedemiddag en noem daarna luid je naam!
3)Let op goede omgangsvormen. Zeg niet zomaar je of jij tegen de ander.  Bij een zakelijk gesprek zeg je altijd U. en blijf je vriendelijk.
4)Luister goed naar de ander en herhaal eventueel wat de ander gezegd heeft om te checken of je het goed gehoort hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Rol: Als jij de door de client gebeld wordt:
5)Als de ander een vraag stelt waar je op dat moment geen antwoord hebt, kun je het beste zeggen dat je zo spoedig mogelijk terugbelt met een antwoord. Noteer naam en het telefoonummer en noteer de vraag.

6)Kom altijd je belofte na. Bel terug als je dat 'vandaag' zou doen.
7)Doe geen andere dingen tijdens het gesprek, blijf geconcentreerd

8)Zorg dat je een notitieblok met pen naast de telefoon ligt.

Slide 13 - Tekstslide

Praktijk opdracht: Rollenspel de tandarts bellen! 
Je hebt last van je kies en moet de tandarts bellen voor het maken van een afspraak.

Gebruik bij het bellen de vorige tips!

In Classroom vind je deze opdracht en het reflectieformulier.

Beide rollen (de patient En de assistente) zijn belangrijk. Oefen ze beiden.

Slide 14 - Tekstslide