H 8 Getallen

H 8 Getallen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 8 Getallen

Slide 1 - Tekstslide

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 26750000000
A
2,68.1010
B
2,68.109
C
2,67.109
D
2,67.1010

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf de uitkomst van het getal in wetenschappelijke notatie.

A
4096 x 1
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 0,0023 ?
A
2,3×104
B
2,3×104
C
2,3×103
D
2,3×102

Slide 6 - Quizvraag

wat is de wetenschappelijke notatie?
A
7,3106
B
73107
C
0,73105
D
7,3106

Slide 7 - Quizvraag

Emre wandelt en fietst met een snelheid van de gemiddelde Nederlander. Wat is zijn snelheid?
A
wandelen: 3 km/u fietsen: 20 km/u
B
wandelen: 5 km/u fietsen: 15 km/u
C
wandelen: 5 km/u fietsen 20 km/u
D
wandelen: 10 km/u fietsen: 30 km/u

Slide 8 - Quizvraag

Snelheid omrekenen
van km/uur naar--> m/s
A
x 3,6
B
x 3600
C
: 3,6
D
: 3600

Slide 9 - Quizvraag

je rijd 30 kilometer in een half uur
je snelheid is
A
30 km/uur
B
60 km/uur
C
30 m/s
D
60 m/s

Slide 10 - Quizvraag

Een fietser rijdt met een snelheid van 7 m/s.
Wat is de snelheid in km/u?
A
25,2 km/u
B
22,4 km/u
C
21 km/u
D
19,4 km/u

Slide 11 - Quizvraag

Een auto rijdt met een snelheid van 105 km/u.
Wat is de snelheid in m/s
A
32,8 m/s
B
378 m/s
C
29,2 m/s
D
35 m/s

Slide 12 - Quizvraag

Je snelheid is 3,5 m/s en legt een afstand af van 1225 meter.
Hoe lang doe je over deze afstand?
A
3,5 x 1225 = 4287,5 seconden
B
1225 : 3,5 = 350 seconden

Slide 13 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 14 - Quizvraag

Welk netje sinaasappels is in verhouding goedkoper?
A
Het linkernetje
B
Het rechternetje

Slide 15 - Quizvraag

de verhouding van 3 en 9 is
A
9
B
1:3
C
1:2
D
1/3

Slide 16 - Quizvraag

Voorkennis

- Ik kan delen berekenen met een verhoudingstabel Klas 1:

Slide 17 - Tekstslide

Verhoudingstabel maken
De verhouding      --->    geel : blauw = 3 : 2




Je wilt 8 liter groene verf maken, hoeveel gele en blauwe verf heb je nodig?

Slide 18 - Tekstslide

Verhoudingtabel maken:



   
Wat je onder doet, doe je boven ook
Dus 4,8 liter geel en 3,2 liter blauw wordt 8 liter groen





Verhoudingstabel maken:







Wat je onder doet, doe je boven ook
Dus -> 3 : 5 x 8 = 4,8 liter geel en 2 : 5 x 8 = 3,2 liter blauw 

Slide 19 - Tekstslide

Zet de gegevens in een verhoudingstabel!

Slide 20 - Tekstslide

Snelheid omrekenen
van m/s ---> km/h
A
x 3,6
B
x 3600
C
: 3,6
D
: 3600

Slide 21 - Quizvraag