In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling meetkunde
Pythagoras
Tangens
Sinus
Cosinus
Slide 1 - Tekstslide
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 2 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 3 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 4 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 5 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 6 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 7 - Quizvraag
Welke tactiek pas je toe?
A
Cosinus
B
Sinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 8 - Quizvraag
Bereken het vraagteken
Slide 9 - Open vraag
Bereken het vraagteken
Slide 10 - Open vraag
Bereken het vraagteken
Slide 11 - Open vraag
Een schaduwzeil moet onder een hoek van minimaal 30° geplaatst worden om te voorkomen dat er bij regen water op het schaduwzeil blijft liggen. Het schaduwzeil is aan de muur (punt M) en aan een paal (punt L) bevestigd. De lengte van LM is 5 meter. Hoek L = 30° Bereken KL. Laat alle stappen zien.
Slide 12 - Open vraag
In een pretpark staat een zweefmolen. In de tekening zie je een gedeelte van de zweefmolen met twee armen en aan één arm een kabel en een stoeltje. De kabel KS heeft een lengte van 8 meter. Als de zweefmolen op een bepaalde snelheid is, is hoek K in de driehoek ZKS gelijk aan 42°. Als de zweefmolen op topsnelheid is, is de lengte ZS gelijk aan 6,1 meter. Bereken lengte ZS.
Slide 13 - Open vraag
Milan wil de vlieger maken die je op de afbeelding links ziet. De vlieger bestaat onder andere uit twee rode driehoeken.
In de schematische tekening zie je één zo’n driehoek met de maten erin aangegeven. Bereken hoeveel graden hoek C is.