Lees de theorie en
maak:
Wat? Blz. 32 t/m 36, opdr. 7 t/m 13 (de opdracht bij 11 hoeft niet);
Hoe? Je maakt dit alleen of in stil overleg met je buur.
Resultaat: je kan het lidwoord herkennen en benoemen en leestekens, hoofdletters en kleine letters gebruiken.