2 vwo-Spelling - 9 september

Spelling - hoofdletters
2 vwo - 9 september
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spelling - hoofdletters
2 vwo - 9 september

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Lezen in leesboek
  2. Vraag hoofdlettergebruik + toelichting  
  3. Korte uitleg
  4. Opdracht: vragen beantwoorden
  5. Plot26 spellingapp -> opdrachten hoofdletters
  6. Reactieformulieren

Slide 2 - Tekstslide

Vraag hoofdlettergebruik + toelichting  

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 4 - Open vraag

Korte uitleg
Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 5 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je niet met een hoofdletter.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters - feestdagen
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen namelijk een hoofdletter.

  • Kerstmis
  • Hemelvaartsdag
  • Vaderdag
  • Suikerfeest

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht hoofdlettergebruik
Maak deze vragen serieus en individueel.
Het gaat erom dat jij erachter komt of je de uitleg hebt begrepen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdletters
A
de heer Van der Wal
B
de heer van der Wal
C
de heer Van Der Wal

Slide 10 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 11 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdletter of niet?
A
btw
B
BTW

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter of niet?
A
augustus
B
Augustus

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet met een hoofdletter?
A
maandag
B
maart
C
morgen
D
mark

Slide 15 - Quizvraag

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 17 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak minstens één opdracht over hoofdletters in de spellingapp van Plot26/Blink.
Kies de opdracht over het onderwerp wat je het minst begrijpt.

Slide 18 - Tekstslide