3hv Bwise les 2

Bienvenue  à la classe B-wise 3hv
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bienvenue  à la classe B-wise 3hv

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
Avoir/ etre
les verbes -er
passé composé

exercices 
chanson

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
  • Ik kan de werkwoorden avoir en etre vervoegen en gebruiken
  • ik weet weer hoe ik avoir en etre moet vervoegen
  • Ik kan de passé composé maken (verleden tijd)

Slide 3 - Tekstslide

de passé composé
de passé composé met avoir 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de passé composé?
  • avoir + voltooid deelwoord (é)
  • avoir / etre + voltooid deelw. (NL: hebben/zijn + vld deelw.)

voltooid deelwoord:
  • ww op -er = é (regarder (kijken) = regardé (gekeken))
  • onregelmatige vormen
wanneer avoir of etre?

Slide 5 - Tekstslide

le passé composé
DE WERKWOORDEN AVOIR EN ETRE MOET JE KENNEN!!
rencontré = ontmoet. J'ai rencontré Pierre = ??
habité = gewoond. Elle a habité à Velp = ??
parlé = gepraat. Nous avons parlé anglais = ??
dansé = gedanst. Vous avez dansé au café = ??
cherché = gezocht. Elles ont cherché Max = ??


Slide 6 - Tekstslide

Vergeet de uitzonderingen niet!
etre = j'ai été (ik ben geweest)
avoir = j'ai eu (ik heb gehad)

Slide 7 - Tekstslide

Etre (zijn)

Je suis
Tu es
Il, elle, on est

nous sommes
vous êtes
ils, elles sont
Avoir (hebben)

J'ai
Tu as
Il, elle, on a

nous avons
vous avez
ils, elles ont
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Ethttps://www.youtube.com/watchre et Avoir
?v=aZD5EkZR_sM

Slide 9 - Tekstslide

Etre of avoir?

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn uitzonderingen voor de passé composé


dit zijn;
avoir-etre-faire 
dit worden;
eu-été-fait
voor de présent zijn er geen uitzonderingen

daar moet je vervoegen met etre

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je de passé composé?
avoir of être + voltooid deelwoord

voltooid deelwoord:
ww op -er = é (regarder (kijken) = regardé (gekeken))


wanneer avoir of etre?

Slide 12 - Tekstslide

WANNEER ETRE OF AVOIR?


Het Etre-Huis

Slide 13 - Tekstslide

Etre et avoir

Slide 14 - Tekstslide

Passé composé
J' (ik)
ai
dansé
Tu (jij)
as
dansé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
nous (wij)
avons
dansé
Vous (jullie/u)
avez
dansé
Ils/elles (zij)
ont
dansé
Ik heb gedanst.
Verleden tijd: passé composé 

Slide 15 - Tekstslide

de passé composé
de passé composé met avoir en être?

Slide 16 - Tekstslide

Passé Composé

Slide 17 - Tekstslide

Passé composé
Zet de volgende werkwoorden
in de passé composé.
1. je
avoir
2. tu
aimer
3. il
être
4. elle
faire
5. nous
être
6. vous
visiter
7. ils
préférer
8. elles
détester
timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

Et le passé composé

Wat is de regel van de passé composé?

Slide 19 - Tekstslide

Passé-composé
Passé composé van être & avoir

Slide 20 - Tekstslide

Ik begrijp nu wel goed hoe ik de bezittelijke voornaamwoorden moet gebruiken in het Frans
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

https://www.youtube.com/watch?v=EVnnnqmod1E

Slide 22 - Tekstslide