§1.2 - Je omgeving ontdekken

§1.2 - Je omgeving ontdekken
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§1.2 - Je omgeving ontdekken

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk (=weektaak)
Mk. §1.2 - opdr. 5, 6, 8, 10, 11a, 13, 14, 16, 19
Lz. TB §1.3

Tip voor je planning: verdeel de opdrachten over twee momenten deze week!

Slide 3 - Tekstslide

Vragen over de vorige les en/of het huiswerk?

Slide 4 - Tekstslide

Zet de onderdelen van groot naar klein
 1 is het grootste en 4 is het kleinste.
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 5 - Sleepvraag

Schuif de goede naam naar de goede plaats
Cel
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen hoe ik de omgeving kan bestuderen.
- Ik kan met behulp van schematische en natuurgetrouwe tekeningen vastleggen wat ik heb gezien.
- Ik kan organismen indelen en de naam opzoeken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe neem je waar?
Biologie gaat niet alleen over mensen, maar ook over over planten en dieren.
Organisme = een levend wezen
Organisme kun je nauwkeurig waarnemen: kijken, proeven, ruiken, voelen, horen.

De volgende dia laat een foto zien, bekijk die goed!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat valt je op aan de foto?

Slide 10 - Open vraag

Waarnemen
Blote oog: mensen, katten, tulpen

Loep: details van een tulp (10 x)

Microscoop: hele kleine delen van organismen zoals cellen

Slide 11 - Tekstslide

Organisatieniveaus waarnemen
Misschien vind je dit lastig voor de stellen.

Daarom oefenen we met:
- Verrekijkers (ecosysteem, populatie, organisme)
- Blote oog (organisme, orgaanstelsel, orgaan)
- Microscoop (weefsel, cel)

Slide 12 - Tekstslide

De microscoop

Slide 13 - Tekstslide

Het preparaat

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijving

Alle waarnemingen over een organisme die je hebt gedaan kun je opschrijven, je hebt dan een beschrijving van het organisme.

De beschrijvingen moeten heel pecies zijn, anders krijg je verwarring.


Duidelijke kenmerken noteren, dit zijn de eigenschappen van het organisme.


Lees de strip op de volgende dia goed door!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaat er mis in het verhaaltje?

Slide 17 - Open vraag

Kenmerken
Als je een organisme waarneemt dan let je op kenmerken.

Kenmerken zijn eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen.


Zonnebloem: lange, harige stengel-gele bloemblaadjes

Giraf: lange nek- lange poten

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leg je waarnemingen vast?

Slide 19 - Tekstslide

Hoe leg je waarnemingen vast?

Slide 20 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede
Lengtedoorsnede

Slide 21 - Tekstslide

Biologisch tekenen

Tekeningen van de waarnemingen zijn soms duidelijker dan een beschrijving.


In de biologie hebben we hiervoor tekenregels.


Slide 22 - Tekstslide

Biologisch tekenen
Titel
Soort tekening
Aanzicht
Vergroting
Naam 
Datum

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

2 soorten tekeningen
Natuurgetrouwe tekening: alle details precies tekenen

Schematische tekening: alleen belangrijke onderdelen tekenen, namen van onderdelen erbij zetten
geen details

Slide 25 - Tekstslide


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 26 - Quizvraag


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 27 - Quizvraag


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 28 - Quizvraag

Determineren
Determineren is het 
opzoeken van een naam 
van een organisme.

Zoekkaart: vragen over kenmerken

Nauwkeurig waarnemen


Slide 29 - Tekstslide

Hoe vind je de naam van organismen?

Organismen zijn ingedeeld in groepen met gemeenschappelijke kenmerken, dat zijn eigenschappen waaraan je organismen kunt herkennen.





Slide 30 - Tekstslide

Gewervelde dieren
Dieren met een wervelkolom:
zoogdieren
vogels
reptielen
amfibiën
vissen
(elk van deze groepen heeft zijn eigen kenmerken)

Slide 31 - Tekstslide

Ongewervelde dieren
Dieren zonder wervelkolom
geleedpotigen
weekdieren
wormen
holtedieren
ribkwallen
stekelhuidigen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Terugblik

Slide 34 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 35 - Open vraag

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Volgende les

§1.3 - Gegevens vastleggen

Slide 37 - Tekstslide

Aan het werk
- Werken aan de weektaak
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten/Mindmap maken
- Oefenen op www.biologiepagina.nl

Slide 38 - Tekstslide