Zinnen maken - verleden tijd

Wat vond je als kind leuk om te doen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat vond je als kind leuk om te doen?

Slide 1 - Open vraag

Verleden tijd
                                                                                  
1. Maak de ik-vorm :           wonen = ik woon
2. te(n) of de(n)?                 softketchup + te(n)   
werk       werkte                    woon     woonde  
3. enkelvoud -te/-de         meervoud -ten/-den
Ik woonde in Hengelo.      Wij woonden in Enschede.

Slide 2 - Tekstslide

Onregelmatig
Deze vormen moet je leren. Achterin je boek staat een lijst.

doen - deed/deden
schrijven - schreef/schreven
kopen - kocht/kochten
lopen - liep/liepen


Slide 3 - Tekstslide

Hoe laat was je gisteren op school?

Slide 4 - Open vraag

Waarom ging je naar de winkel?

Slide 5 - Open vraag

Maak een zin met pakken.
Schrijf in de verleden tijd.

Slide 6 - Open vraag

Maak een zin met reizen.
Schrijf in de verleden tijd

Slide 7 - Open vraag


Wat is er gebeurd?
Wat is er gebeurd?

Slide 8 - Open vraag


Wat heb je gedaan?
Wat 
heb je gedaan?

Slide 9 - Open vraag

Wat vond je van deze les?

Slide 10 - Open vraag