Lezen blok 2 2bk

Lezen blok 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 2

Slide 1 - Tekstslide

Je leest een boek, omdat je dit leuk vindt. Dit is een:
A
leesdoel
B
tekstdoel

Slide 2 - Quizvraag

Je typt een appje aan je moeder om te laten weten hoe laat je thuis bent. Dit is een:
A
leesdoel
B
tekstdoel

Slide 3 - Quizvraag

Tekstdoelen
Je kent vijf verschillende tekstdoelen.
Informeren: de schrijver wil je iets nieuws vertellen.
Overhalen: de schrijver wil je aansporen om iets te doen.
Amuseren: de schrijver wil je vermaken.
Uitleggen: de schrijver wil je iets uitleggen.
Overtuigen: de schrijver wil zijn mening geven en uitleggen waarom dat die mening waar is.

Slide 4 - Tekstslide

Het tekstdoel van een stripboek is meestal:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Het tekstdoel van je rooster is:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Het tekstdoel van een reclamefolder is:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Leesmanieren
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen.
Verkennend: lees de eerste en laatste regels van elke alinea, zo weet je waar de tekst over gaat.
Grondig lezen: lees de tekst om hem helemaal te begrijpen.
Zoekend lezen: doorzoek de tekst op zoek naar een antwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Tekstsoort
Bij ieder tekstdoel, hoort een tekstsoort. 

Informeren -> informerende tekst
Overhalen -> aansporende tekst
Amuseren -> amuserende tekst
Uitleggen -> uitleggende tekst
Overtuigen -> overtuigende tekst

Slide 9 - Tekstslide

Tekstvorm
Onder iedere tekstsoort, vallen verschillende tekstvormen. 

Informerende tekst: nieuwsbericht, encyclopedie
Aansporende tekst: advertentie, poster van een open dag
Amuserende tekst: spannend verhaal, songtekst
Uitleggende tekst: recept, tekst in schoolboek
Overtuigende tekst: betoog, column

Slide 10 - Tekstslide

Je wilt een tekst helemaal begrijpen. Je gaat:
A
verkennend lezen
B
grondig lezen
C
zoekend lezen

Slide 11 - Quizvraag

Je wilt weten waar de tekst over gaat. Je gaat:
A
verkennend lezen
B
grondig lezen
C
zoekend lezen

Slide 12 - Quizvraag

Bij informeren hoort een...
A
informerende tekst
B
aansporende tekst
C
uitleggende tekst
D
? Je moet eerst de tekst zien om dit te weten.

Slide 13 - Quizvraag

Bij overhalen hoort een...
A
informerende tekst
B
aansporende tekst
C
uitleggende tekst
D
? Je moet eerst de tekst zien om dit te weten.

Slide 14 - Quizvraag

Informerende tekst
Aansporende tekst
Amuserende tekst
Uitleggende tekst
Overtuigende tekst
nieuwsbericht
advertentie
spannend verhaal
recept
column

Slide 15 - Sleepvraag

Een leesboek is een ...
A
tekstdoel
B
tekstsoort
C
tekstvorm

Slide 16 - Quizvraag

Amuseren is een ...
A
tekstdoel
B
tekstsoort
C
tekstvorm

Slide 17 - Quizvraag

Een poster is een ...
A
tekstdoel
B
tekstsoort
C
tekstvorm

Slide 18 - Quizvraag

Een overtuigende tekst is een ...
A
tekstdoel
B
tekstsoort
C
tekstvorm

Slide 19 - Quizvraag

Maken
Opdracht 2, 3, 4 en 5 van lezen.
Je hoeft geen stripverhaal te tekenen.

Slide 20 - Tekstslide