AK H3 - P2 - Leerlingen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De drie sectoren.
Alle banen in een economie, kan je verdelen in drie sectoren (gebieden):

  • De landbouwsector

  • De industriesector.

  • De dienstensector.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen P2:
1:    Je kunt vier vormen van specialisatie in de landbouw beschrijven: akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw.

2:    Je kunt uitleggen hoe door nieuwe technologie intensivering van de landbouw kon plaatsvinden.

3:    Je kunt beschrijven welke gevolgen intensivering van de landbouw heeft voor boeren in centrumlanden en de (semi)periferie.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Landbouw?!
  • Ruim 10.000 jaar geleden gingen mensen voor het eerst als boer leven.

  • In het begin kleine stukjes land en enkele dieren, bedoeld om eigen groep te voeden.

  • Dit soort landbouw met gewassen EN vee heet gemengde landbouw.

Slide 6 - Tekstslide

Specialisatie
In de loop van de eeuwen gingen steeds meer boeren zich richten op één soort landbouw: ze gingen aan specialisatie doen:

Boeren richten zich op één soort landbouw.




Slide 7 - Tekstslide

Vormen van specialisatie
In de landbouw kan je je in 4 soorten landbouw specialiseren:


  • Akkerbouw: het telen van gewassen op bouwland, zoals aardappelen en tarwe.

  • Veeteelt: het houden en fokken van vee.

  • Tuinbouw: het telen van groenten, fruit of bloemen, in kassen of in de buitenlucht.

  • Bosbouw: het aanplanten en onderhouden van bossen voor houtproductie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Veeteelt!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bosbouw

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tuinbouw!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Akkerbouw!

Slide 16 - Tekstslide

Specialisatie (2)
  • Door specialisatie konden boeren sneller werken en geld besparen.

  • Hierdoor konden ze hun bedrijf vergroten en steeg de productie.

  • Deze productie was vooral bedoeld om te verkopen.


Slide 17 - Tekstslide

Specialisatie (2)
  • Specialisatie lukt lang niet elke boer. 84% van alle boeren wereldwijd heeft minder dan twee hectare land.

  • Zij doen aan gemengde landbouw en gebruiken eenvoudige werktuigen. Ze houden een deel van het voedsel voor zichzelf en hebben een laag inkomen.

  • Deze boerenbedrijven vind je vooral in landen in Afrika en Azië.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Intensivering
  • In ruim 100 jaar groeide de wereldbevolking van ~2 miljard naar 8,2 miljard mensen.

  • De vraag naar voedsel groeit dus ook mee. 

  • Intensivering was nodig: meer opbrengst per dier of per hectare.

  • Om dit te bereiken werden nieuwe technologieën ontwikkeld

Slide 21 - Tekstslide

Overzicht uitvindingen
• De uitvinding van kunstmest rond 1900. Kunstmest helpt gewassen beter te groeien. 

• De steeds betere toepassing van irrigatie. Hierbij wordt landbouwgrond bevloeid met water via systemen die mensen aanleggen, zoals druppelirrigatie. 

• De uitvinding van allerlei machines, zoals oogstmachines en melkrobots. Hiermee konden boeren meer land bebouwen of vee houden. Als machines het werk van mensen overnemen, noem je dat mechanisatie.

Slide 22 - Tekstslide

Verticale landbouw

Slide 23 - Tekstslide

Voordelige gevolgen:
Door al deze systemen: 

  • Is de opbrengst enorm vergroot; 
  • Is het aantal mensen werkzaam in de landbouw verminderd.

  • Dit gebeurde eerst in de centrumlanden. Later in de periferie.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Nadelige gevolgen:
  • Grote landbouwbedrijven hebben veel meer geld voor vernieuwingen dan kleine boeren. Ze kunnen zo hun opbrengst nog verder vergroten.

  • Vooral in (semi)perifere landen leidt dit tot migratie van het platteland naar de stad.

  • Veel kleine boeren, in zowel rijke en armere landen, moeten juist stoppen.

Slide 26 - Tekstslide

Nadelen milieu
Kunstmest heeft op veel plaatsen de bodem aangetast, waardoor deze minder vruchtbaar is.

Bestrijdingsmiddelen doden ook nuttige insecten, vervuilen de bodem en het grondwater en zijn niet goed voor de gezondheid van mensen.

Slide 27 - Tekstslide

Einde les
Leerlingen die nog toetsen/so´s moeten inhalen, blijven even zitten!

Check magister voor huiswerk!

Blijf op je plaats zitten, hou het volume laag en wacht tot de bel gaat!

Slide 28 - Tekstslide