Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Substantive
Substantive
regelmäßige Verben
haben und sein
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Substantive
regelmäßige Verben
haben und sein
Slide 1 - Tekstslide
Geschlecht der Substantive
Der Mann
ist
mein Lehrer
.
Die Frau
ist
meine Lehrerin
.
Das Buch
ist
mein Buch
.
Die Schüler sind meine Freunde.
Der Sommer
war warm.
Das ist
meine Lieblingsmus
ik
.
Slide 2 - Tekstslide
Geschlecht der Substantive
männlich (der / mein)
Mannelijke personen of dieren.
Dagen, maanden, seizoenen en woorden die met het weer te maken hebben.
sächlich (das / mein)
het-woorden
verkleinwoorden (-chen, -lein)
woorden uit een andere taal
weiblich (die / meine)
Vrouwelijke personen of dieren.
Woorden die eindigen op
-heit, -keit, -schaft, -ung,-ion, - tät, -ik en veel woorden die eidigen op -e
het geslacht van het zelfstandig naamwoord leer je altijd mee met de woordenlijsten
Slide 3 - Tekstslide
der / mein
mannelijke personen en dieren
dagen, maanden, seizoenen en windrichtingen
veel woorden die eindigen op -er
das / mein
het-woorden
verkleinwoorden
woorden uit een andere taal
die / meine
vrouwelijke personen en dieren
woorden die eindigen op
-heit, -keit, -ung, -ion, -ik en veel woorden die eindigen op -e
die / meine
meervoud
Vater
Musik
Internet
Eltern
Freiheit
Dezember
Hotel
Autos
Westen
Mittwoch
Handy
Übung
Laptops
Päckchen
Kater
Miete
Marmelade
Lehrer
Tasche
Herbst
Cousins
Wasser
Eis
Küche
Betten
Gäste
Brot
Schule
Ei
Motivation
Slide 4 - Sleepvraag
Das ist ___ Schule.
A
mein
B
meine
Slide 5 - Quizvraag
Wie heißt ___ Freundin?
A
dein
B
deine
Slide 6 - Quizvraag
Wie alt sind ___ Großeltern?
A
dein
B
deine
Slide 7 - Quizvraag
Am 21. Juni beginnt ___ Sommer.
A
der
B
das
C
die
Slide 8 - Quizvraag
___ Hotel ist hier.
A
Der
B
Das
C
Die
Slide 9 - Quizvraag
Wo ist ___ Toilette?
A
der
B
das
C
die
Slide 10 - Quizvraag
___ Eltern sind verheiratet.
getrouwd
A
Mein
B
Meine
Slide 11 - Quizvraag
___ Mountainbike ist neu.
A
Der
B
Das
C
Die
Slide 12 - Quizvraag
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes schreiben
(schrijven)
schreibe
schreibst
schreibt
schreibt
schreiben
schreiben
Slide 13 - Sleepvraag
Hallo, ich _____ Jan.
A
heiße
B
heiß
C
heißen
D
heißt
Slide 14 - Quizvraag
Wir _____ heute zum Strand
A
gehe
B
geht
C
gehen
D
gehet
Slide 15 - Quizvraag
Er _____ Deutsch ein tolles Fach
A
findt
B
findet
C
finden
D
finde
Slide 16 - Quizvraag
Das Partizip Perfekt von kaufen ist:
A
gekauft
B
kauft
C
kaufet
D
gekaufen
Slide 17 - Quizvraag
Das Partizip Perfekt von wohnen ist:
A
gewohnet
B
wohnt
C
wohnen
D
gewohnt
Slide 18 - Quizvraag
sein
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 19 - Sleepvraag
haben
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 20 - Sleepvraag
Ich ___ Hunger.
Slide 21 - Open vraag
Er ___ 13 Jahre alt.
Slide 22 - Open vraag
___ ihr ein Haustier?
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Grammatik Wiederholung II
September 2020
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatik Wiederholung II (Mavo/Havo en Havo)
Augustus 2020
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Grammatik Wiederholung Regelmäßige Verben
December 2023
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Wiederholung trede 1 en 2
Januari 2023
- Les met
46 slides
Duits
Hoger onderwijs
Familie
Augustus 2022
- Les met
18 slides
German
Secondary Education
Wiederholung Semester 1 CM
Februari 2021
- Les met
40 slides
Duits
Hoger onderwijs
Partizip Perfekt schwache Verben
Februari 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2