Taalverzorging - Hoofdlettergebruik II

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Begin van een zin
  • Namen van personen
  • Organisaties, merken en producten
  • Aardrijkskundige namen
  • Historische gebeurtenissen
  • Religieuze en culturele begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Ik hoop niet dat ik het ... oploop!
A
coronavirus
B
Coronavirus

Slide 3 - Quizvraag

Ziektes
Ziektes schrijf je in principe met een kleine letter
Er zijn wel 2 belangrijke uitzonderingen: 
1) Aardrijkskundige woorden schrijf je met een hoofdletter, dus ook 'Mexicaanse griep'. 
2) Als er nadrukkelijk wordt verwezen naar de uitvinder van de ziekte, gebruik je ook een hoofdletter. Bijvoorbeeld: de ziekte van Alzheimer
Wanneer je die naam los gebruikt, schrijf je geen hoofdletter: 
'Zij heeft alzheimer'. 

Slide 4 - Tekstslide

... heeft het coronavirus opgelopen...
A
Mevrouw Van der Post
B
Mevrouw van der Post
C
Mevrouw Van Der Post
D
mevrouw Van der Post

Slide 5 - Quizvraag

Namen
mevrouw/meneer zonder hoofdletters

Na een voornaam krijgen tussenvoegsels geen hoofdletter: Bente van der Tol

Na 'mevrouw'/'meneer' krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter: 
mevrouw Van der Tol

Slide 6 - Tekstslide

Wil je van die ... voor me halen?
A
Oreokoekjes
B
oreokoekjes

Slide 7 - Quizvraag

Merknamen
Merknamen schrijf je met een hoofdletter, ook bij een samenstelling

Voorbeelden van samenstellingen met merknamen:
Philipslamp
Daimchocolade

Slide 8 - Tekstslide

Heeft hij niet een ... gewonnen?
A
oscar
B
Oscar

Slide 9 - Quizvraag

Titels
Titels, bijvoorbeeld van boeken, films en prijzen, schrijf je met een hoofdletter.

Samenstellingen met titels schrijf je ook met een hoofdletter.
de Oscaruitreiking
de Nobelprijswinnaar

Slide 10 - Tekstslide

Daar kan je verschillende soorten ... kopen
A
Bijbels
B
bijbels

Slide 11 - Quizvraag

Bijbel/bijbel
Als het gaat om de Bijbel in het algemeen, schrijf je een hoofdletter. Dit geldt ook voor andere religieuze boeken, zoals de Koran. 
Bij samenstellingen behoud je de hoofdletter: de Bijbelvertaling
Als het gaat om concrete bijbels die je kan vastpakken, schrijf je bijbels met een kleine letter. 'Daar staan nog twee bijbels'

Slide 12 - Tekstslide

Ligt Zutphen aan de ... ?
A
IJssel
B
ijssel

Slide 13 - Quizvraag

Aardrijkskundige termen
Aardrijkskundige termen schrijf je met een hoofdletter
de IJssel

Ook bij samenstellingen: het IJsselmeer

Als een woord begint met 'ij', schrijf je beide letters met hoofdletters (Dus niet Ijssel)

Slide 14 - Tekstslide

Is het volgende week al ... ?
A
moederdag
B
Moederdag

Slide 15 - Quizvraag

Historische gebeurtenissen en feestdagen

Hoofdletter

de Tweede Wereldoorlog

Kerstmis


Slide 16 - Tekstslide

Is hij een ... ? (Iemand uit Ede)
A
Edenaar
B
edenaar

Slide 17 - Quizvraag

Nederlands
Hoofdlettergebruik

Slide 18 - Tekstslide

Begin van een zin
  • Vandaag ga ik naar school
  • 's Avonds ga ik sporten

Slide 19 - Tekstslide

Namen van personen
  • Jan
  • Jan Jansen
  • meneer Jansen
  • Jan van Veen
  • meneer Van Veen
  • meneer J. van Veen
  • mevrouw Jansen- van Veen

Slide 20 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan
B
'S avonds ga ik naar Johan
C
's avonds ga ik naar Johan
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 21 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer van veen
B
morgen krijg ik les van Meneer van Veen
C
Morgen krijg ik les van meneer Van Veen
D
Morgen krijg ik les van meneer van Veen

Slide 22 - Quizvraag

Organisaties, merken en producten
  • Philips
  • Ford
Afwijkende schrijfwijze --> niet aanpassen. 
  • PvdA
  • iPhone

Slide 23 - Tekstslide

Aardrijkskundige namen
  • Landen --> Nederland
  • Talen  --> Nederlands,  Fries
  • Steden --> Utrecht
  • Rivieren --> de Rijn
  • Straten --> Bosweg
  • Windstreek --> alleen bij aardrijkskundige namen --> Noord-Brabant  

Slide 24 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Het hoofdkantoor van philips staat in amsterdam.
B
Het hoofdkantoor van philips staat in Amsterdam.
C
het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.
D
Het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam

Slide 25 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het zuiden van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 26 - Quizvraag

Historische gebeurtenissen
Kerstmis  --> kerstdagen
Moederdag --> moederdagcadeau
Eerste Wereldoorlog

Dagen, maanden en historische periodes --> kleine letter
november
maandag
ijstijd

Slide 27 - Tekstslide

Religie en cultuur
  • Geen hoofdletter
  • christendom, islam

Uitzondering --> Heilige begrippen
God
Koran


Slide 28 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het christendom vereert men god.
B
In het Christendom vereert men God.
C
In het Christendom vereert men god.
D
In het christendom vereert men God.

Slide 29 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.
B
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
C
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
D
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.

Slide 30 - Quizvraag