Les 4.5 Geleedpotigen en gewervelden + 4.6 determineren

Geleedpotigen en gewervelden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 44
Uitleg basisstof 5 en 6
Opdrachten maken BS 5 en 6


Slide 2 - Tekstslide

Om de dieren in te delen in hoofdafdelingen kijken we naar twee kenmerken. Namelijk naar ......
A
... de soort cellen en de symmetrie
B
... de tweezijdige symmetrie en de veelzijdige symmetrie
C
... waar het skelet van gemaakt is en of het inwendig is
D
... naar het skelet en de symmetrie

Slide 3 - Quizvraag

Deze zeester is:
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 4 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 5 - Quizvraag

Welke van de afdelingen hebben geen skelet?
A
Gewervelden en stekelhuidigen
B
holtedieren en wormen
C
Wormen en weekdieren
D
Weekdieren en geleedpotigen

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.

  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 7 - Tekstslide

Geleedpotigen         de grootste!!




Ongeveer 1 miljoen van de ruim 1,3 miljoen nog bestaande diersoorten zijn geleedpotigen.

Slide 8 - Tekstslide

Geleedpotigen
Indeling in vier groepen:
  • veelpotigen
  • kreeftachtigen
  • spinachtigen (gifkakigen)
  • insecten (zespotigen)

Slide 9 - Tekstslide

Gelede poten
Poten zijn opgebouwd uit stukjes:
de leden

Slide 10 - Tekstslide

Gesegmenteerd lichaam
Het lichaam van geleedpotigen zijn opgebouwd uit stukjes.
- Meestal alleen het achterlijf
- Bij veelpotigen het hele lijf 

Slide 11 - Tekstslide

duizendpoten

Slide 12 - Tekstslide

kreeftachtigen

Slide 13 - Tekstslide

spinachtigen (gifkakigen)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

insecten

Slide 16 - Tekstslide

GEWERVELDEN

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
Huid: schubben, slijm, veren, haren
Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
Ademhaling: kieuwen of longen
Voortplanting: soort eieren of levendbarende kinderen
Milieu: land, water, lucht

Slide 18 - Tekstslide

5 Klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

   Uitzonderingen

Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe noem je de stevige delen van een dier?
A
De huid.
B
De eieren.
C
De wervelkolom.
D
Het skelet.

Slide 25 - Quizvraag

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 26 - Quizvraag

Het dier in afbeelding 1 heeft een wervelkolom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag


Hier zie je een geleedpotige. Wat weet je over dit dier?
A
Het dier heeft een inwendig skelet.
B
Het dier heeft een uitwendig skelet.
C
Het dier heeft geen skelet.

Slide 28 - Quizvraag

Organismen Determineren

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wat is determineren?


A
Het ordenen van soorten met behulp van afbeeldingen.
B
Het op naam brengen van soorten met behulp van afbeeldingen.
C
Het op naam brengen van soorten met behulp van kenmerken.
D
Het ordenen van soorten met behulp van kenmerken

Slide 32 - Quizvraag

Wat is volgens de gegevens van de determineertabel een verschil tussen een raaf en een kraai.
A
De kleur van de oogring
B
De grootte van het lichaam.
C
De kaalheid van de huid bij de snavel.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de naam van de klaproos. Gebruik de determinatietabel
A
Bleke klaproos
B
Ruige klaproos
C
Grote klaproos
D
Atlas klaproos

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak van  BS 5
De volgende opdrachten:
1 tm 5

+ maak van BS 6 de volgende opdrachten: 3 t/m 5

Morgen aftekenen!

Slide 39 - Tekstslide