Examentraining

Examentraining M4
Instructie



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining M4
Instructie



Slide 1 - Tekstslide

Les buts/ Lesdoelen
Ik weet wat mijn sterkte/zwaktepunten zijn bij de aanpak van teksten + Ik weet wat ik ermee moet.

Slide 2 - Tekstslide

Hou behandel jij een eindexamentekst?

Slide 3 - Open vraag

Aanpak van teksten
Vocabulaire: betekenis raden + woordenboekgebruik
Stappenplan Lezen: Oriënterend/Globaal/Intensief
Signaalwoorden/ Hoofdgedachte & onderwerp/ Tekstdoel

Slide 4 - Tekstslide

Soorten Examenvragen
Open vraag
Multiplechoicevraag
Juist/Onjuist

Slide 5 - Tekstslide

Quiz Signaalwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Welk signaalwoord laat niet zien dat je te maken hebt met een opsomming?
A
donc
B
et
C
de plus
D
ensuite

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 8 - Quizvraag

Wat geeft het signaalwoord comme aan?
A
Vergelijking
B
Voorbeeld
C
Opsomming

Slide 9 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:

J'ai fait toujours mes devoirs, ______ je n'ai pas de bonnes notes
A
par exemple
B
pourtant
C
bref
D
en plus

Slide 10 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:
Je ne sors pas ..... il pleut.

A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre

Slide 11 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?
A
mais
B
pour
C
pourtant
D
par contre

Slide 14 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:
J'ai fait mes devoirs, .... je n'ai pas de bonnes notes
A
par exemple
B
pourtant
C
bref
D
en plus

Slide 15 - Quizvraag

Wat geeft het signaalwoord «pourtant» aan?
A
gevolg
B
oorzaak
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:

D'abord j'ai embrassé ma mère, ______ mon père
A
ensuite
B
si
C
mais
D
donc

Slide 17 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:
D'abord j'ai embrassé ma mère, ..... mon père
A
ensuite
B
si
C
mais
D
donc

Slide 18 - Quizvraag

Kies het passende signaalwoord:

Je ne sors pas ______ il pleut.

A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre

Slide 19 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 20 - Quizvraag

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 21 - Quizvraag

examenflow 2016 tv 1

Slide 22 - Tekstslide