les 5: Stad in de steigers (2.6)

Leg klaar huiswerk 2.1 t/m 2.3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leg klaar huiswerk 2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Open begrippen (zie lesboek)
Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.6 Stad in de steigers
Hoofdstuk 2: Steden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les





  • Je weet met welke maatregelen je de stad weer aantrekkelijk kunt maken.
  • Je begrijpt waarom grote steden mensen uit de randgebieden van Nederland aantrekken en afstoten.
  • Je kunt met hulp van kaarten de veranderingen in de Nederlandse stad beschrijven.



Opfrissen
2.4
Uitleg
  • Ontwikkeling van Nederlandse steden na 1970
Werken aan weektaak
1 t/m 7 van 2.6
Lesafsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke sector werken de bewoners van krottenwijken vaak?
A
Tertiaire sector
B
Informele sector
C
Formele sector
D
Secundaire sector

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volksbuurt
Krottenwijk

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een reden voor verkeersproblemen in een megastad.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse stad na 1970
Suburbanisatie
Gezinnen met midden- en hooginkomens en bedrijven verlaten de stad en vestigen zich aan de rand van de stad of een omliggend dorp.

Slide 7 - Tekstslide

Gezinnen met midden- en hooginkomens en bedrijven verlaten de stad en vestigen zich aan de rand van de stad of een omliggend dorp.
Nederlandse stad na 1970

Wie blijven of komen er in de stad wonen?

  • Studenten
  • Jongere die werken
  •  Mensen met migratieachtergrond

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse stad na 1970

Steden willen graag dat er
rijke mensen in de stad wonen.

  • Hogere belastinginkomsten
  • Meer budget om de stad mooier te maken

Slide 9 - Tekstslide

Stadsbestuur (burgemeester en wethouders)
Stad veranderen

1. Renoveren 
2. Saneren
3. Nieuwbouw
4. Vinex

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Renoveren
Renoveren = opknappen van huizen.

Slide 11 - Tekstslide

Renoveren = opknappen van huizen

Mooie en historische woningen, worden gerenoveerd.

Sociale huur wordt vaak gerenoveerd. Goedkoper dan slopen en nieuw bouwen

Gevolg: De huizen worden duurder/huur stijgt.

Nieuw en oud in een straat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Saneren
Saneren = na het slopen/ afbreken van woningen nieuwbouw huizen bouwen.     

Slide 13 - Tekstslide

Saneren = na het slopen/ afbreken van huizen of wijken en vervangen door nieuwbouw.

'lelijke straten' of oude woningen die te duur zijn om te renoveren worden gesaneerd.

Gevolg: de woningdichtheid neemt hierbij af. Meer ruimte voor grotere huizen.

3) Nieuwbouw
Nieuwbouw = Opvullen van lege plekken in een stad met nieuwbouw huizen.

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwbouw =
Opvullen lege plekken in een stad met nieuwbouw huizen.

 




4) Vinex
Vinex = Nieuwbouw wijk aan de rand van de stad.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwbouwwijk aan de rand van de stad.

Nieuwbouw = 
rand stad
geen hele wijk
maar opvulling



Terug naar de stad






Mensen trekken weer  naar de stad = ......-urbanisatie




Slide 16 - Tekstslide

Re-urbanisatie = Mensen trekken weer naar de stad

Voordelen: 
- minder files naar de stad.
- veel voorzieningen dichtbij.
- overheid knapt binnenstad op en wijken worden aantrekkelijk gemaakt.
Terug naar de stad






Mensen trekken weer  naar de stad = re-urbanisatie




Slide 17 - Tekstslide

Re-urbanisatie = Mensen trekken weer naar de stad

Voordelen: 
- minder files naar de stad.
- veel voorzieningen dichtbij.
- overheid knapt binnenstad op en wijken worden aantrekkelijk gemaakt.
Op een rijtje

Urbanisatie -> mensen trekken naar stad
Suburbanisatie -> mensen verlaten de stad
Re-urbanisatie -> mensen trekken weer naar de stad
Zou jij in een grote stad willen wonen? En waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Urbanisatie (2.2) - verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo.

Suburbanisatie - mensen gaan buiten de stad wonen (Na 1970)

Re-urbanisatie - mensen gaan weer naar de stad toe (vanaf 1985-1995)

Wat valt je op?
Terugkerend patroon. In en uit de stad.
Schrijf in je plenda
  • Toetsweek 2 start op dinsdag 16 januari 2024.
  • AK toets is op woensdag 17 januari 2024.
  • Je krijgt een toets over hoofdstuk 2: paragraaf 1 t/m 4, 6 en 7.
  • Paragraaf 5 hoef je dus niet te leren.
  • De toets telt 2 keer mee.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken en leren





  • Je weet met welke maatregelen je de stad weer aantrekkelijk kunt maken.
  • Je begrijpt waarom grote steden mensen uit de randgebieden van Nederland aantrekken en afstoten.
  • Je kunt met hulp van kaarten de veranderingen in de Nederlandse stad beschrijven.
Maak huiswerk 
(13/12 hw check)

1 t/m 6 van 2.4
Leer huiswerk
o Welke problemen er zijn in een stad in een arm land
o Rol informele sector naar formele sector
o Veranderingen krottenwijk
o Begrippen van 2.4

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Schrijf op de Post-it
Het belangrijkste wat je deze les
hebt geleerd?
1 minuut

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen die ontstaan
Segregatie
(Video zoeken)

publieke ruimte
(voorbeelden uit steden opdracht)

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht in drietallen.

Foto's van probleemwijken (buitenhof noord, krakeelpolder, gillisbuurt (heel veel overlast)

Bronnen in lessenup (delen met de klas. Kunnen ze zelf opzoeken)

analyse maken wat zijn de problemen
bronnen geven. Cijfers, krantenberichten.
streetview

bepaald budget (1milj)
Prijslijst met Oplossingen (bedrag)
+ onderbouwing

Hoe publieke ruimte inrichten

Voor de klas presenteren.
Einde les: stemmen Welke vinden jullie de beste?
---
Voorbeeld pijnacker hoe het goed gaat