Procenten - het hoofdstuk in zijn geheel

Procenten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Procenten

Slide 1 - Tekstslide

Het hoofdstuk Procenten
In deze presentatie leer je alles wat je moet weten over procenten. Je leert het aan de hand van afbeeldingen, stukjes theorie en uitlegfilmpjes.
Het is een lastig onderwerp, dus niet bang zijn als je het de eerste keer niet helemaal snapt.
Bekijk dan ook rustig deze presentatie nogmaals door of stel je vragen in de lesmomenten.

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze presentatie zou het hoofdstuk procenten geen geheimen meer voor je moeten hebben.
Je weet dan:
  • Wat een procent is
  • Hoe je van breuken naar procenten kunt rekenen en andersom
  • Waar je procenten vaak tegenkomt
  • Hoe je een nieuwe prijs kunt berekenen
  • Hoe je een verhoudingstabel kunt gebruiken om bij procenten aantallen te berekenen en andersom

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over procenten?

Slide 4 - Woordweb

Maar nu eerst
Wat is nu eigenlijk een procent?
Waar komt het woord vandaan?
Wat hebben breuken en procenten gemeen?

Slide 5 - Tekstslide

Procent
Een procent (van Latijn: pro centum, per honderd), aangeduid door het procentteken (%), is een honderdste deel. Je gebruikt procenten om een verhouding aan te geven, in principe tussen een deel en het grotere geheel, door het geheel op 100% te stellen. Het aantal procenten wordt het percentage genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Procenten en breuken
Een procent is een een honderdste deel van het geheel.
Bij een breuk hebben we het ook over een deel van het geheel.

In plaats van "de helft" kan men dus ook "50%" zeggen, of een "percentage van 50".
Maar ook geldt dat de helft gelijk is aan
Hoe je hier verder mee rekent zie je in het volgende filmpje

21

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waar kom je procenten tegen?

Slide 9 - Woordweb

Maak een afbeelding van een product dat met korting wordt aangeboden.

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent het eigenlijk?
Meestal zien we korting bij winkels.
Maar wat betekent dat nu eigenlijk? Hoeveel betaal je dan uiteindelijk?
Het volgende filmpje vertelt je daar alles over.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De verhoudingstabel
Met een verhoudingstabel kun je gemakkelijk doorrekenen.

Maar stel nou dat ik wil weten hoeveel procent van de klas die 5 jongens zijn?
Ook dan gebruik je de verhoudingstabel. Zie hier voor het volgende filmpje.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Of andersom
Natuurlijk kan het ook andersom.
Beide manieren zullen jullie bij je praktijkvakken veel gaan gebruiken.
Dus ook hiervoor nog even kort een filmpje

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoe gebruik je dit praktisch?
Bij je praktijkvakken bijvoorbeeld:
  • recepten omrekenen bij voeding
  • percentage oppervlakte stal in een weide bij dier
  • aantallen in een boeket bij bloem
  • hoeveel aarde je in een bak doet bij groen
Kortom, een onderwerp dat je veelvuldig tegen gaat komen.
Dus zet 'm op!

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Met de opgaven van snappet:

Hoofdstuk procenten
  • breuken en procenten opgave 1 t/m 10e
  • rekenen met procenten opgave 1 t/m 10d
  • percentage berekenen opgave 1 t/m 6d

Slide 18 - Tekstslide

Welke breuk hoort bij:
75%
A
0,75
B
3/4
C
1/2
D
6/8

Slide 19 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij 30%
A
1/2
B
1/4
C
1/5
D
3/10

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel is 30% van € 300,-
A
€ 100,-
B
€ 120,-
C
€ 90,-
D
€ 150,-

Slide 21 - Quizvraag

Je huurt een kamer voor € 250,-.
De prijs gaat omhoog met 5%.
Wat betaal je daarna aan huur?
A
€ 250,-
B
€ 237,50
C
€ 262,50
D
€ 255,-

Slide 22 - Quizvraag

Je huurt een kamer voor € 250,-.
De prijs gaat omhoog met 5%.
Hoeveel betaal je meer?
A
€ 25,-
B
€ 12,50
C
€ 10,-
D
€ 15,-

Slide 23 - Quizvraag

Er zitten 30 leerlingen in een klas.
Hiervan is 30% meisje.
Hoeveel meisjes zitten er in deze klas?
A
21 meisjes
B
30 meisjes
C
3 meisjes
D
9 meisjes

Slide 24 - Quizvraag