H3 - lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 1

L E Z E N

Boek, schrift en etui op tafel

Jas uit

Weekplanning

• Lezen
• 3.4: opdr. 2, 3, 4 (gebruik je leesautobiografie), 5 en 10, blz. 158 t/m 161
• 4.4: opdr. 2, 3, blz. 32
• Schrijfplan leesautobiografie invullen

3.4 Schrijven en formuleren

• Verslag > informatief = feitelijk
• Chronologische volgorde
• Signaalwoorden van tijd
• Opbouw: driedeling
• Inleiding en titel = aandacht trekken van lezer
• Gebruik verwijswoorden

Lesplanning

• Lezen
• 3.4: opdr. 2, 3, 4 (gebruik je leesautobiografie), 5 en 10, blz. 158 t/m 161

L E Z E N

Boek, schrift en etui op tafel

Jas uit

Weekplanning

• Lezen
• 3.4: opdr. 2, 3, 4 (gebruik je leesautobiografie), 5 en 10, blz. 158 t/m 161
• 3.4: schrijftaak, opdr. 13 t/m 16, blz. 162 - 163
• Uitleg fictie-opdracht

Tweede creatieve fictie-opdracht jaar 1: Verander het Einde van het Boek

Kies een moment: Kies een belangrijk moment uit het boek dat je hebt gelezen. Dit kan een plotwending zijn, een conflict of een situatie die veel impact heeft op de personages van het verhaal.

Verander het einde: Stel je voor dat het einde van het boek anders was. Wat zou er gebeuren als je het verhaal een andere wending gaf? Kies een alternatief einde en schrijf het op.

Schrijf de gevolgen op: Leg uit wat de gevolgen zijn van je nieuwe einde. Hoe verandert dit het leven van de hoofdpersonen? Wat gebeurt er met de bijpersonages? Heeft de invloed op het thema van het boek?

Reflectie: Schrijf een korte reflectie over waarom jij dit nieuwe einde hebt gekozen. Wat zei dit nieuwe einde over de belangrijkste boodschap van het boek? Wat zou de auteur willen zeggen als het boek is afgerond zoals jij het hebt herschreven? 

Tweede creatieve fictie-opdracht jaar 1: Verander het Einde van het Boek

 Extra uitdaging: Voeg een kort hoofdstuk toe waarin je uitlegt hoe je alternatieve einde zich verder ontwikkeld, bijvoorbeeld een nieuwe situatie die de personages nu moeten oplossen.

Hoe: Noteer de titel en schrijver en je eigen naam bovenaan het blad.

Min. 1  A4

• Werk netjes, denk om hoofdletters, alinea’s.
• Houd er rekening mee dat de lezer het boek niet heeft gelezen, dus in de inleiding graag wat informatie/uitleg.
• De opdracht bewaren in je leesdossier. 
• Noteer de titel en schrijver ook op je persoonlijke LEESLIJST. 
• Inleveren in snelhechter op 27 februari 2025
• Cijfer = 1e en 2 fictie-opdracht + leesautobiografie

Weekplanning

• Lezen
• 3.4: opdr. 2, 3, 4 (gebruik je leesautobiografie), 5 en 10, blz. 158 t/m 161
• 3.4: schrijftaak, opdr. 13 t/m 16, blz. 162 - 163
• Uitleg fictie-opdracht

Titel.

Ik ga wat vertellen over wat ik heb gelezen.

Ik begin bij vroeger en ga door naar nu.

Ik werd altijd voorgelezen toen ik klein was.

Dat was heel leuk.

Ik weet nog dat mijn moeder altijd Jip en Janneke voorlas.

Ik vond dat een heel leuk boek.

Op de basisschool leerde ik lezen.

Dat was best moeilijk.

Ik kreeg van school een boekje over Borre.

Dat was wel grappig.

Mijn favoriete boeken zijn: Jip en Janneke, De Gruffalo, Jefferson en Vals.

Zo, dit was mijn leesautobiografie.

Doei!