2e kw Wo-4.1.2 Quizz Les 6

Wereldoriëntatie 4
  • Vragen
  • Antwoorden
  • Quiz
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICT MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wereldoriëntatie 4
  • Vragen
  • Antwoorden
  • Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Zorgen voor goede handleidingen valt onder:
A
gegevensopslagbeheer
B
applicatiebeheer
C
gegevensbeheer
D
documentatiebeheer

Slide 2 - Quizvraag

Het opstellen van een backup procedure valt onder:

A
gegevensopslagbeheer
B
netwerkbeheer
C
programmatuurbeheer
D
apparatuurbeheer

Slide 3 - Quizvraag

De installatie van Windows 2019 server valt onder:

A
gegevensopslagbeheer
B
netwerkbeheer
C
programmatuurbeheer
D
applicatiebeheer

Slide 4 - Quizvraag

Documenten zo opslaan dat iedereen erbij kan valt onder:

A
gegevensopslagbeheer
B
netwerkbeheer
C
programmatuurbeheer
D
documentatiebeheer

Slide 5 - Quizvraag

Van welke vorm van computercriminaliteit is er sprake als iemand zonder jouw toestemming je harde schijf formatteert?
A
computervredebreuk
B
aftappen en opnemen
C
computerterreur

Slide 6 - Quizvraag

In welke wet kun je alles terugvinden over privacy?

A
de wet bescherming persoonsgegevens
B
de wet persoonsregistratie
C
de privacy wet
D
geen van bovenstaande

Slide 7 - Quizvraag

Onder fysieke beveiliging wordt NIET verstaan:
A
de beveiliging van de toegang lot een gebouw
B
de beveiliging van de toegang tot een netwerk
C
de beveiliging door gebruikmaking van een pincode
D
de beveiliging van de toegang tot een ruimte binnen een gebouw

Slide 8 - Quizvraag

Het installeren van een netwerkkaart op een werkstation valt onder:
A
gegevensbeheer
B
applicatiebeheer
C
apparatuurbeheer
D
netwerkbeheer

Slide 9 - Quizvraag

Het installeren van Word op een systeem valt onder:

A
programmatuurbeheer
B
applicatiebeheer
C
documentatiebeheer
D
netwerkbeheer

Slide 10 - Quizvraag

Iemand koopt een zeer luxe Mercedes om van huis naar zijn werk te rijden: een afstand van nog geen kilometer. Dit is:
A
effectief
B
efficiënt
C
effectief en efficiënt
D
geen van bovengenoemden

Slide 11 - Quizvraag

Een visser gebruikt geen aas, waardoor bij nooit iets vangt. Dit is:
A
effectief
B
efficiënt
C
effectief en efficiënt
D
geen van bovengenoemden

Slide 12 - Quizvraag

Een supermarkt heeft 8 kassa’s geopend, maar er zijn maar 4 klanten. Dit is:
A
effectief
B
efficiënt
C
effectief en efficiënt
D
geen van bovengenoemden

Slide 13 - Quizvraag

Van welke vorm van computercriminaliteit is er sprake als iemand via internet toegang krijgt tot jouw computer?
A
computervredebreuk
B
computerfraude
C
computerterreur
D
aftappen en opnemen

Slide 14 - Quizvraag

Is een virusscanner afdoende om jezelf te beschermen tegen computervirussen en dergelijke?

A
ja, een virusscanner vangt kwaadaardige programma's af
B
ja, een virusscanner schrikt anderen af om nog virussen naar je te sturen
C
nee, een virusscanner herkent wel virussen, maar geen Trojaanse Paarden
D
nee, een virusscanner kan nooit alle virussen kennen

Slide 15 - Quizvraag

Een informatiesysteem moet voldoen aan de eis van ' integriteit. In welk geval wordt hieraan niet voldaan?
A
gegevens moeten correct en volledig worden verwerkt
B
verwerking van gegevens behoeft niet te kunnen worden gecontroleerd
C
apparatuur moet doorlopend beschikbaar en bedrijfszeker zijn
D
programma’s en apparatuur moet correct werken

Slide 16 - Quizvraag

Een informatiesysteem zal zich moeten aanpassen aan veranderingen die zich extern voordoen. Er is in dat geval sprake van:
A
inpasbaarheid
B
onderhoudbaarheid
C
integreerbaarheid
D
flexibiliteit

Slide 17 - Quizvraag

Sommige mensen schrijven macro’s die bestanden verwijderen van je computer. Dit wordt vaak een macrovirus genoemd. Waar is hier sprake van?
A
een virus
B
een Trojaans Paard
C
een worm
D
geen van bovenstaande

Slide 18 - Quizvraag

Welk type pc gebruikt men in de grafische sector?

A
Windows pc’s
B
Unix pc’s
C
Chrome pc’s
D
Apple pc’s

Slide 19 - Quizvraag

Welke bedrijven, in de grafische sector, gebruiken vooral technische systemen?

A
Ontwerpbureau’s
B
Opmaakbureau’s
C
Drukkerijen
D
Ontwerp en opmaakbureau’s

Slide 20 - Quizvraag

PDF is een een steeds populairder formaat voor het uitwisselen van bestanden in de grafische sector, omdat:
A
de bestandsgrootte op verschillende systemen gelijk blijft
B
op verschillende systemen de opmaak gelijk blijft
C
PDF bestanden zijn beter af te drukken in de grafische sector
D
geen van bovengenoemde

Slide 21 - Quizvraag