3.1 Bloedsomloop: bloed

Thema 3 De bloedsomloop
3.1 Bloed
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 De bloedsomloop
3.1 Bloed

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
inleiding thema 3: De bloedsomloop
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.1 Bloed
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Bloed
Een volwassen mens heeft 5-6 liter bloed.

Bloed vervoert zuurstof en koolstofdioxide in je lichaam, en nog vele andere stoffen.
Biologen noemen dat 'transport'.

Slide 4 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?
1. bloedplasma (een vloeistof)
2. bloedcellen (rode en witte)
3. bloedplaatjes

Ongeveer 55% van het bloed is bloedplasma. De rest (45%) bestaat uit bloedcellen en bloedplaatjes.

Slide 5 - Tekstslide

Als bloed een tijdje stil blijft staan dan wordt het bloedplasma gescheiden van de rest.

Bloedplasma is een beetje gelig van kleur.

Slide 6 - Tekstslide

Bloedplasma
Bloedcellen

Slide 7 - Sleepvraag

Bloedplasma bestaat uit:
- 7% eiwitten
- 91% water
- 2% opgeloste stoffen

De opgeloste stoffen zijn o.a. mineralen (zouten)

Slide 8 - Tekstslide

Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 9 - Sleepvraag

rode bloedcellen
bloedplaatje
bloedplasma
witte bloedcel

Slide 10 - Sleepvraag

3.1 Bloed
bloedplasma:
- vloeistof
- bestaat uit water, eiwit en opgeloste stoffen
- functie: het vervoeren van stoffen, zoals koolstofdioxide, afvalstoffen en voedingsstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Rode bloedcellen hebben de vorm van kleine ronde schijfjes.
Ze zijn in het midden iets dunner dan aan de zijkant.

Ze hebben geen celkern.

Slide 12 - Tekstslide

3.1 Bloed
rode bloedcellen:
- vervoeren zuurstof
- bevatten hemoglobine, een stof met een rode kleur.
- Door hemoglobine kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen en afgeven.

In de longen nemen de rode bloedcellen zuurstof op en in de organen geven ze zuurstof af.

Slide 13 - Tekstslide

Witte bloedcellen hebben een celkern.

Ze hebben geen vaste vorm (kunnen van vorm veranderen).
Daardoor kunnen ze door kleine openingen in de wand van de kleinste bloedvaten heen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen onschadelijk.

Eén type witte bloedcel doet dat door ziekteverwekkers kapot te maken en op te nemen (zie links).
De witte bloedcel gaat hierbij meestal ook dood.

Slide 16 - Tekstslide

Bloedplaatjes zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen.

Ze hebben geen celkern.

Slide 17 - Tekstslide

3.1 Bloed
In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt (vast wordt) als het buiten de bloedvaten komt.
Dit noem je bloedstolling.

Bloedplaatjes zorgen dus voor de bloedstolling als je een wond hebt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat doen de witte bloedcellen
A
Helpen bij de bloedstolling
B
Zorgen ervoor dat je bloed zuurstof kan vervoeren
C
Helpen bij de afweer/bestrijden ziektekiemen
D
Witte bloedcellen zijn overbodig

Slide 20 - Quizvraag

Wat klopt er niet over witte bloedcellen?
A
Kunnen door de kleinste bloedvaten heen
B
Behoren tot het immuunsysteem
C
Etter en pus zijn dode witte bloedcellen
D
Blijven leven na het bestrijden van virussen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van een bloedplaatje?
A
Aanvallen van ziekteverwekkers
B
Vervoeren van zuurstof
C
Bloedstolling
D
Vervoeren van voedingsstoffen, afvalstoffen e

Slide 22 - Quizvraag

Wat doen de rode bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Afweer van ziekteverwekkers
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof vervoeren

Slide 23 - Quizvraag

Dit is een rode bloedcel
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 24 - Quizvraag

VRAGEN??

Slide 25 - Tekstslide

zelf aan de slag
3.1 Bloed: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 8 maken
(vanaf blz. 161)

Slide 26 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies

Slide 27 - Tekstslide