3TL 5.4 Gedrag leren

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen
  • 5.2 Sociaal gedrag 
  • 5.3 Gedrag onderzoeken
  • 5.4 Gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen
  • 5.2 Sociaal gedrag 
  • 5.3 Gedrag onderzoeken
  • 5.4 Gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren

Slide 1 - Tekstslide

Begintaak
Wat is het verschil tussen een ethogram en een protocol? 

Slide 2 - Tekstslide

Begintaak - antwoorden
Wat is het verschil tussen een ethogram en een protocol? 

Een ethogram is een lijst met gedragsbeschrijvingen.
Het ethogram heb je nodig om een protocol te kunnen maken.
Een protocol is de beschrijving van het aantal handelingen van een dier in een bepaalde tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welk soort gedrag al bij de geboorte aanwezig is.
  • Je kunt verschillende manieren van leren noemen en met voorbeelden uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe je bij het trainen van dieren gebruik maakt van uitwendige en inwendige prikkels.
  • Je kunt uitleggen dat mensen waarden en normen voor hun gedrag hebben.
  • Je kunt omschrijven wat rolpatronen zijn en een aantal voorbeelden geven. 

Slide 4 - Tekstslide

Welk gedrag hoef je niet te leren?
Aangeboren gedrag:
Reflexen: zuigreflex, slikreflex, grijpreflex bij baby's
Erfelijk gedrag: spergedrag bij vogels, bijen die naar bloemen gaan om nectar te zoeken

Slide 5 - Tekstslide

6 manieren van leren
  1. Inprenten
  2. Gewennen
  3. Trial and error (proefondervindelijk leren)
  4. Imiteren
  5. Inzichtelijk leren (inzicht)
  6. Conditioneren

Slide 6 - Tekstslide

1. Inprenten
Een leerproces dat plaatsvindt gedurende een gevoelige periode, meestal de eerste levensfase

Hier leren jonge dieren bijvoorbeeld hun soortgenoten herkennen

Belangrijk voor band met de ouders

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Inprenting
Iets kan alleen in een korte periode geleerd worden (= de gevoelige periode)
Wie zijn je soortgenoten?
Wie zijn je ouders?
Tam worden huisdier.

Slide 10 - Tekstslide

2. Gewennen
Niet meer reageren op prikkels wanneer deze geen zinvolle informatie meer bevatten

  • Paarden die moeten leren om niet meer te reageren op knallen
  • Vogels die niet meer schrikken van vogelverschrikkers

Slide 11 - Tekstslide

3. Trial and error
Leren door uit te proberen (= trial) (en te falen = error)

Proefondervindelijk 
leren

Slide 12 - Tekstslide

4. Imiteren
Leren door het gedrag na te doen.

Wat heb jij geleerd door imiteren?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

5. Inzicht

In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door verschillende vroeger opgedane ervaringen te combineren.

Slide 15 - Tekstslide

6. Conditioneren
Een verband leggen tussen tussen het gedrag en het gevolg daarvan

Bijvoorbeeld dat je gaat staan en het lokaal verlaat als de bel gaat.

Slide 16 - Tekstslide

6. Conditioneren
  • Als de dolfijn een kunstje doet, krijgt hij een vis
  • Als een hond gaat zitten, krijgt hij een koekje
  • Als het dier het kunstje niet doet, krijgt het geen beloning, dat is eigenlijk een straf
Dieren kan je trainen door beloning en straf

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Een hongerige kikker eet een wesp op en wordt gestoken. Voortaan laat hij alle geel-zwarte insecten met rust.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 20 - Quizvraag

Een koekoek legt haar eieren in een nest van een andere soort. Dit is de zelfde soort als waarin ze zelf zijn grootgebracht.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Conditionering
D
Imitatie

Slide 21 - Quizvraag

Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Imitatie
D
Gewenning

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Het schaap denkt dat hij een hond is. Door welke vorm van leren komt dat?
A
Aangeboren gedrag
B
Inprenten
C
Gewennen
D
Trial and error

Slide 24 - Quizvraag

Lezen 5.5
Maken opdracht 1 t/m 10



Toets = dinsdag 23 april 

Slide 25 - Tekstslide