TRA-23P: haben/sein/werden, Redemittel und Präsentation

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung + Lernziele
  • Wiederholung haben, sein, werden 
  • Präsentation / Hausaufgaben nach den Ferien (selbständige Arbeit)

✅ Du kennst die Bedeutungen von haben, sein und werden und weißt, wie du das verfügen solltest (Präsens/Präteritum)
✅ Du hast an deiner Präsentation gearbeitet / deine Hausaufgaben gemacht

Slide 2 - Tekstslide

Haben, sein, werden
Was weißt du noch?

Slide 3 - Tekstslide

Haben, sein, werden 
Präsens / t.t. 
(tegenwoordige tijd)

Slide 4 - Tekstslide

Haben 
ich habe
ik heb
du hast
jij hebt
er/sie/es hat
hij/zij/het heeft
wir haben
wij hebben
ihr habt
jullie hebben
Sie/sie haben
u heeft/zij hebben 

Slide 5 - Tekstslide

Sein 
ich bin
ik ben
du bist
jij bent
er/sie/es ist
hij/zij/het is
wir sind
wij zijn
ihr seid
jullie zijn
Sie/sie sind
u bent / zij zijn  

Slide 6 - Tekstslide

Werden
ich werde
ik zal
du wirst
jij zal
er/sie/es wird
hij/zij/het zal
wir werden
wij zullen
ihr werdet
jullie zullen
Sie/sie werden
u zult / zij zullen  
2 betekenissen: worden en zullen

Slide 7 - Tekstslide

Quiz! 

Slide 8 - Tekstslide

Welke twee betekenissen heeft 'werden' ?

Slide 9 - Open vraag

Ich ........ dir die Matheaufgabe erklären
A
ist
B
bin
C
werde

Slide 10 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 11 - Quizvraag

Ariane ...... noch in der Schule
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 12 - Quizvraag

....... du morgen 10 oder 11 Jahre alt?
A
wirdst
B
bist
C
wirst
D
ist

Slide 13 - Quizvraag

Haben, sein, werden 
Präteritum / v.t. 
(verleden tijd)

Slide 14 - Tekstslide

Haben 
ich hatte
ik had
du hattest
jij had
er/sie/es hatte
hij/zij/het had
wir hatten
wij hadden
ihr hattet
jullie hadden
Sie/sie hatten
u had / zij hadden 

Slide 15 - Tekstslide

Sein 
ich war
ik was
du warst
jij was
er/sie/es war
hij/zij/het was
wir waren
wij waren
ihr wart
jullie waren
Sie/sie waren
u was / zij waren  

Slide 16 - Tekstslide

Werden
ich wurde
ik zou
du wurdest
jij zou
er/sie/es wurde
hij/zij/het zou
wir wurden
wij zouden
ihr wurdet
jullie zouden
Sie/sie wurden
u zou / zij zouden  

Slide 17 - Tekstslide

Los geht's!
Op de volgende pagina kun je oefenen met haben, sein en werden in de verleden tijd. 

Hoeveel punten haal jij ?!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Evaluatie

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan de werkwoorden haben, sein en werden vervoegen in de t.t. en v.t.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Hausaufgaben
Kapitel 2
  • 2.01 (Hörübung)
  • 2.02 (Lesen)

24.10.2023

Slide 22 - Tekstslide

Selbständige Arbeit
Arbeitet selbständig an eurer Präsentation / Hausaufgaben
Fragen? Hebe deine Hand
Musik mit Kopfhörer ist erlaubt 



Slide 23 - Tekstslide