Hoofdstuk 3, paragraaf A

Denk niet aan een roze olifant.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Denk niet aan een roze olifant.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de betekenis van de volgende woorden?

curlingouders
tiny house
karakteristiek
havermelkelite
boomer
suikerbom

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor associatie heb je bij deze woorden?

Kies uit: positief, negatief, neutraal

curlingouders
tiny house
karakteristiek
havermelkelite
boomer
suikerbom

Slide 4 - Tekstslide

Framing

Slide 5 - Tekstslide

Wat is framing?
Een geheimzinnige taaltruc?
  Het gaat om beïnvloeden en zelfs misleiden.
--> bij jezelf en bij andere mensen!


Slide 6 - Tekstslide

Wat is framing?
‘Taalgebruik dat iemands interpretatie een bepaalde richting opstuurt.’

Het gebruikmaken van woorden waarmee je positieve of negatieve associaties kunt oproepen bij je luisteraar.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Framing
Zien we school of werk als ‘slavernij’ of ‘een plek om te groeien’?
Zien we iemand als ‘lastig medisch geval’ of als ‘angstige patiënt’? 
Noemen we vegetarisch eten ‘bewust plantaardig voeden’  of ‘konijnenvoer’?

Slide 9 - Tekstslide

Framing
Framing is het bewust gebruiken van woorden die positieve of negatieve associaties oproepen.
Op die manier kun je het standpunt van iemand beïnvloeden.
Framing is vaak storytelling in één woord.



Slide 10 - Tekstslide

Framing
Plofkip
Kliklijn
Tsunami van vluchtelingen
Kudde sch

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 3, 4, 5, 6 en 7.
Hoe? Oefenboek, handboek en antwoorden in schrift!
Tijd? 25 minuten
Hulp? Zachtjes overleggen
Klaar? Lezen in leesboek

Slide 12 - Tekstslide