''De basiszin van het werkwoord zien heeft twee delen.''
Slide 12 - Tekstslide
Pas op! Ook werkwoorden met een of twee vriendjes kunnen een meewerkend voorwerp hebben!
Slide 13 - Tekstslide
Zinsdelen
ow = de doener
lv = ondergaat de handeling / is nodig voor de handeling
mv = ontvanger
bwb = geeft extra info (hoe, wanneer, met wie, waar etc.)
Slide 14 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp met 'voor'
Ik doe dat graag voor jou!
Doen - twee vriendjes (ow en lv): iemand doet iets
iemand = ik = ow
iets = dat = lv
voor jou = ontvanger = meewerkend voorwerp
graag = extra info (hoe) = bwb
Slide 15 - Tekstslide
Maken in duo's
Opdr. 9, 10, 11d
p. 77 - 80
Klaar? Maken 3, 4, 5, 7, 8
timer
7:00
Slide 16 - Tekstslide
Bespreken
Opdr. 9, 10, 11d
p. 77 - 80
Slide 17 - Tekstslide
Maak zelf een zin met een meewerkend voorwerp met het woordje 'voor' én een bijwoordelijke bepaling. Zet het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling in hoofdletters.