Formuleren les 11 - H14

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 


timer
15:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 


timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
- Samenvatten
- Elkaar overhoren
- Online opdrachten formuleren Kern


Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
Het gaat niet zozeer om rijke buurten maar om achterstandswijken met weinig sociale controle en een daardoor te laag beveiligingsniveau.

Slide 3 - Tekstslide

Het gemeentebestuur van Urk heeft geconstateerd dat, hoewel van ministeriële zijde aanpassingen van het controlebeleid zijn toegezegd, de Inspectie haar taak nog steeds op de oude voet voortzet.

Slide 4 - Tekstslide

Het is de vraag of aan Nederland alle in de door de marine van de VS gebruikte vliegtuigen voorkomende apparatuur kan worden geleverd.

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatten
Je krijgt een hoofdstuk.

- Maak een beknopte samenvatting (schrijf ca. 2 zinnen over elk onderdeel van formuleren uit het hoofdstuk)
- Bereid 3 kritische vragen voor
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Overhoren
- Overhoor je maat
- Stel elkaar de 3 kritische vragen
- Geef feedback

Wisselen! 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatten
Je krijgt een hoofdstuk.

- Maak een beknopte samenvatting (schrijf ca. 2 zinnen over elk onderdeel van formuleren uit het hoofdstuk)
- Bereid 3 kritische vragen voor
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Overhoren
- Overhoor je maat
- Stel elkaar de 3 kritische vragen
- Geef feedback

Wisselen! 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Het gaat in feite niet zozeer om rijke buurten maar vooral om achterstandswijken die eigenlijk weinig sociale controle kennen en waar het beveiligingsniveau daardoor in de dagelijkse realiteit daadwerkelijk te laag is.

Slide 10 - Tekstslide

Online oefeningen
Somtoday > Leermiddelen > Kern
Bruine boek selecteren 
Hoofdstuk communicatie > H11 

Maak alle oefeningen van H11. 


Slide 11 - Tekstslide

Vijf tips formuleren


Vijf tips!
  1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord.
  2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar
  3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

Slide 12 - Tekstslide

We gaan kijken of jullie het snappen! Welke zin is beter en waarom?

1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.

2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.

Slide 13 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?
1. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, maar ze heeft nog geen trouwjurk gekocht.
2. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, hoewel ze nog geen trouwjurk gekocht heeft.

Slide 14 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?
1. Een patiënt kan wegens gebrek aan medicijnen veel zieker worden.
2. Een patiënt kan veel zieker worden wegens gebrek aan medicijnen.

Slide 15 - Open vraag

Overzicht Stijlfouten
Zie blz 82 & 83

Onjuiste Samentrekking
Ontspoorde zin/anakoloet
Onjuiste beknopte bijzin

Slide 16 - Tekstslide

Onjuiste samentrekking
'Die film is erg goed en mag je niet missen!

Slide 17 - Tekstslide

Onjuiste samentrekking
In 'Die film is erg goed' is die film onderwerp; in '(die film) mag je niet missen' is die film lijdend voorwerp. 

Omdat die film niet dezelfde functie heeft, is deze samentrekking niet juist.

Slide 18 - Tekstslide

Onjuiste beknopte bijzin
Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 19 - Tekstslide

Balkenende:
Je mag verwachten dat ze een voorbeeldfunctie geven (een voorbeeld geven of een voorbeeldfunctie hebben).

Slide 20 - Tekstslide

Incongruentie
Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal. Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. Gelijkheid in getal noemen we congruentie.
Ongelijkheid = INcongruentie


Slide 21 - Tekstslide

?

Volgens Van Gaal geeft de media een foute weergave van de gebeurtenissen. 
Goed is: de media geven. (Media is het meervoud van medium.).

Slide 22 - Tekstslide

Inversie
In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp. Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie

Je mag inversie alleen gebruiken in vraagzinnen, in zinnen die beginnen met een ander zinsdeel dan het onderwerp of in zinnen die beginnen met een bijzin.

Beginnen we vanmiddag om drie uur?
Vanmiddag beginnen we om drie uur.
Als iedereen er is, beginnen we om drie uur.


Slide 23 - Tekstslide

?


Het regende de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.





Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Vandaag:
Woordenschat blz. 85

Maak opdracht 7 t/m 10 in werkboek (vwo: 5 t/m 10).
blz 85 werkboek


timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
Wat heb je geleerd?
Waar moet je je nog op focussen?
Wat wil je nog leren?

Slide 26 - Tekstslide

Formuleren les 7 - H13

Slide 27 - Tekstslide