Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Adverbs & Adjectives
Adverbs & Adjectives
Bijwoorden & Bijvoeglijke naamwoorden
HOE gaat iets/iemand - WAT is iets/iemand
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Adverbs & Adjectives
Bijwoorden & Bijvoeglijke naamwoorden
HOE gaat iets/iemand - WAT is iets/iemand
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zie je het verschil?
Bij een 'adverb' (HOE) zet je er dus
-ly
achter!
Ook zijn er een paar bijwoorden die volledig veranderen.
Denk aan:
good / well
Sommige woorden blijven hetzelfde zoals:
fast, long,
Slide 3 - Tekstslide
Practice!
We gaan oefenen!
Slide 4 - Tekstslide
Susan is wearing a ___________ dress.
A
colourful
B
colourfully
Slide 5 - Quizvraag
My brother drives ____________
A
careful
B
carefully
Slide 6 - Quizvraag
Mike played the game very ________
A
clever
B
cleverly
Slide 7 - Quizvraag
Mr Morris left the office __________
A
hasty
B
hastily
Slide 8 - Quizvraag
A bulldozer is a ______ machine
A
heavy
B
heavily
Slide 9 - Quizvraag
Do you know the actor _________?
A
personal
B
personally
Slide 10 - Quizvraag
a snail moves very ___________
A
slow
B
slowly
Slide 11 - Quizvraag
I saw an _________ show on Netflix last night.
A
incredible
B
incredibly
Slide 12 - Quizvraag
They asked me a very _________ question!
A
tricky
B
trickily
Slide 13 - Quizvraag
Many soldiers have ________ jobs
A
dangerous
B
dangerously
Slide 14 - Quizvraag
And now for MORE PRACTICE!
Kies een woord wat past in de zin!!!
Slide 15 - Tekstslide
My father dances ______________
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 16 - Open vraag
My sister is a ____________ cook.
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 17 - Open vraag
I always run very _______
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 18 - Open vraag
That is _______ nice!
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 19 - Open vraag
You did very _____ on the test!
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 20 - Open vraag
Please, turn around ________
Kies uit: nice/nicely, good/well, beautiful/beautifully, bad/badly, quick/quickly, slow/slowly, real/really
Slide 21 - Open vraag
Do you think you understand it now?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
Meer lessen zoals deze
Adverbs & Adjectives
Juni 2022
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Adverbs & Adjectives
Februari 2024
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2B-2C-2D-2F
Mei 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Adj , adverbs
December 2023
- Les met
10 slides
adverbs & adjectives
December 2022
- Les met
11 slides
engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Adverbs & adjectives
September 2024
- Les met
14 slides
engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
lesson 2 week 45 4MD
11 dagen geleden
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
adverbs & adjectives
Mei 2021
- Les met
15 slides
engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3