schrijven 1D deel 2

schrijven 1D deel 2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

schrijven 1D deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.

Schrijf in een aantal regels over iets wat je in de vakantie gedaan of beleefd hebt. Je zet de 5W1H vragen in.



Klaar? Stillezen
timer
12:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Maandag: instructie schrijfproces, beeldend en actief schrijven(1D)
Dinsdag: verhaal met een moraal schrijven, evalueren
Vrijdag: Toetsvoorbereiding


Weektaak
Lezen handboek blz.70-71
Maken 1D opdracht 1 t/m 7

31 oktober: schrijftoets

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke drie schrijffases er zijn.

  • kun je uitleggen wat beeldend schrijven is

  • Heb je een start gemaakt met een schrijfplan(opdracht 1-3)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfproces
  1. Voorbereiden
    Inhoud vinden + schrijfplan maken

  2. Schrijven(uitvoeren)
    Alinea's bedenken + tekst schrijven

  3.  Evalueren(controleren)
    Taalverzorging + aantrekkelijkheid + vormgeving

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden

Verzamelen van ideeen en informatie over je onderwerp
Deelonderwerpen, wat wil je precies vertellen en wat past er bij je onderwerp....
Schema voor structuur van je tekst. (begin, midden, eind)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven
Verplaats je in een ander
De volgorde
Verdeel in alinea's 
Beeldend schrijven
Actief schrijven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldend schrijven
De toestand waarin uitgeprocedeerde asielzoekers verkeren is aangrijpend en mensonterend.
In allerlei steden tref je nu tentenkampen aan waarin hele gezinnen bivakkeren. Ze hebben geen sanitaire voorzieningen, geen electriciteit, geen stromend water, geen geld om fatsoenlijk in hun onderhoud te voorzien.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldend schrijven
Het beeldend vermogen van een schrijver: het vermogen om treffende, levendige beschrijvingen te geven: beeldende taal.

Personages (wie): uiterlijke kenmerken en karaktereigenschappen
Ruimte (waar): plaatsen waar het verhaal zich afspeelt + het weer. Invloed op de sfeer!


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldend schrijven
Gebruik plaatjeswoorden

Schrijf niet: industrie. Schrijf: fabriek.
Schrijf niet: woning. Schrijf: villa. Boerderij. Rijtjeshuis.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil? 
Industrie is abstract. Een fabriek is concreet. Concrete woorden roepen een plaatje op, voor je geestesoog.

Schrijf boom en je lezer ziet een plaatje.
Schrijf milieu en je lezer ziet eh.. niks. Hij slaat vermoeid de bladzijde om.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Het monster liep met grote stappen op het kind af en ging toen naast haar zitten onder de boom en zei: "Ik ben Grump, wie ben jij?"


Maak beeldend
Beeldend schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief schrijven – wat is het?
Je kunt elke zin actief of passief opschrijven.
Frank  koopt een boek in de winkel. 
of: 
Er wordt een boek  in de winkel door Frank gekocht.

Slide 13 - Tekstslide

In de eerste zin is Frank actief, je ziet hem het propje gooien. In de tweede zin wordt de gebeurtenis veel afstandelijker beschreven. Het onderwerp – het propje – is niet actief. Het ondergaat een handeling, het wordt gegooid. 
Waarom is actief schrijven aantrekkelijker?
  1. Actieve zinnen zijn prettiger om te lezen dan passieve zinnen, omdat ze directer zijn. 
  2. Je hoeft er als lezer minder bij na te denken: je ziet meteen een beeld voor je van wat de schrijver bedoelt. 
  3. Ook komen er in actieve zinnen meer mensen voor, wat voor levendigheid zorgt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In passieve zinnen verschuiven de handelende personen vaak naar de achtergrond, of ze verdwijnen helemaal.


Er wordt een propje naar de lerares gegooid.

Slide 15 - Tekstslide

Wie heeft het propje gegooid? Dat blijft in nu onduidelijk. De zin wordt vager, en er zit geen handelende persoon in. Daardoor wordt de zin ook minder aantrekkelijk. Het is altijd leuker om over mensen te lezen dan over dingen of vage begrippen.
Hoe zorg je er nu voor dat je actief schrijft? 


  1. teruggaan naar de basis van wat je wilt zeggen
  2.  drie tips 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief schrijven tip 1
Vraag je af: wie doet het?

De twee basale bouwstenen van zinnen zijn onderwerp (het wie of wat dat de actie uitvoert) en persoonsvorm (het werkwoord).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start de zin met onderwerp en PV
Frank koopt.....
OW         pv      
Wetenschappers onderzoeken
OW         pv
Jij  schrijft....

Slide 18 - Tekstslide

Als je je aanleert om je zinnen op te bouwen vanuit deze basis, ga je bijna als vanzelf actief schrijven. Je vraagt jezelf eerst af: wie of wat speelt de hoofdrol in deze zin, en wat doet diegene? Pas daarna maak je de zin langer.
Actief schrijven tip 2
Kies voor beeldende werkwoorden, en vermijd ‘worden en zijn’

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief schrijven tip 3 

Vermijd zoveel mogelijk voltooid deelwoorden. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn voltooid deelwoorden ook alweer?
Voltooid deelwoorden haalt de lezer uit het moment

Gister heb ik een blog geschreven.

Of: gister schreef ik een blog.


Voltooid deelwoorden maken je tekst langer, trager en minder levendig. Probeer ze daarom te omzeilen. Als je dat doet, vermijd je ook direct de werkwoorden ‘hebben’ en ‘zijn’. Dubbele winst dus.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak actief!
  • Lola wordt door een taxi naar huis gebracht.

  • Lola neemt de taxi naar huis.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak actief
  • Er mag hier nergens gerookt worden.

  • Je mag hier nergens roken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak actief
  • Van de bast van de kinaboom werd door de indianen in Peru een drankje gemaakt dat de malariaparasiet doodde.


  • Indianen in Peru maakten van de bast van de kinaboom een drankje dat de malariaparasiet doodde.

Slide 24 - Tekstslide

Wie doet wat?

Maak actief
  • Over tien dagen worden de gesprekken tussen de vakbonden en de KLM over de nieuwe CAO hervat.

  • De vakbonden en de KLM hervatten over tien dagen de gesprekken over de nieuwe CAO.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Redacteur
Verbeter foutjes, maak zinnen fraaier.
Vorm

De drie stappen: voorbereiden, schrijven en evalueren kunnen steeds door elkaar lopen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Weektaak
Lezen handboek blz.70-71
Maken 1D opdracht 1 t/m 3 (voorbereiden)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.








                                                                                                                                                                      
                                                                                                                                                        Klaar? Stillezen
timer
12:00
Kies 5 afbeeldingen.
Schrijf een verhaal waarin je je gekozen  afbeeldingen voorkomen. 
Gebruik de kennis die je al geleerd hebt over 5w1h, beeldend en actief schrijven)

(ong. 200 woorden, pen &papier)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Maandag: instructie schrijfproces, beeldend en actief schrijven(1D)
Dinsdag: verhaal met een moraal schrijven, evalueren
Vrijdag: Toetsvoorbereiding


Weektaak
Lezen handboek blz.70-71
Maken 1D opdracht 1 t/m 7

31 oktober: schrijftoets

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • heb je een verhaal geschreven
  • heb je geoefend met de fase evalueren

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen
Luisteropdracht

Noteer:

5w1h
beeldend
actief

 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • opdracht ( 1t/m 3) 4 t/m 6 
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.
 
Bedenk een moraal die je voor volgende week kunt gebruiken in je toets.
Schrijf je moraal in je schrift. 

Klaar? Stillezen

timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Maandag: instructie schrijfproces, beeldend en actief schrijven(1D)
Dinsdag: verhaal met een moraal schrijven, evalueren
Vrijdag: Toetsvoorbereiding


Weektaak
Lezen handboek blz.70-71
Maken 1D opdracht 1 t/m 7

31 oktober: schrijftoets

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftoets
Opdracht




Schrijf een verhaal met een moraal voor tieners rond de 14 jaar in deze tijd.




Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
  • Verzamel ideeën en informatie over je onderwerp (product: mindmap of woordweb of collage)
  • Denk na over wat je precies wilt vertellen en maak deelonderwerpen (in dit geval: denk na over de moraal, de doelgroep en de ‘verpakking’)
  • Denk na over de structuur van je tekst (product: schema van de structuur van je tekst)

Neem de producten mee naar de toets.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwisselen

Vorm tweetallen.
Geef feedback op het verhaal

Herschrijf (evt. laptop)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies