Hoe werkt nu die evolutietheorie dan?
- Het ontstaan van nieuwe soorten:
Het is belangrijk dat bij een soort veel verschillende feno- en genotypen voorkomen. Dit vergroot de overlevingskans bij veranderingen in omstandigheden. De kans is groot dat er dan organismen (van die soort) zijn die wel de juiste eigenschappen hebben voor die nieuwe omstandigheden.
-verandering van klimaat -> soort verandert
-Mutatie of geslachtelijke voortplanting -> nieuwe vorm/ras, tegelijk met de bestaande vorm
-Isolatie -> Als 2 verschillende vormen van een soort van elkaar gescheiden raken noem je dat isolatie. Dit kan bijvoorbeeld komen door een rivier, een zee, ijs, bergen of een woestijn.
De vormen zullen dan steeds meer van elkaar gaan verschillen omdat ze zich apart van elkaar, gedurende lange tijd, aanpassen aan hun omgeving. Zo ontstaan er twee verschillende soorten. Deze kunnen geen vruchtbare nakomelingen voortbrengen.