H9.1 De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Wereldoorlogen
  • uitleggen welke drie (dieperliggende) oorzaken er zijn voor WOI 
  • . uitleggen welke aanleiding er was voor WOI
  • uitleggen wat WOI kenmerkte op het gebied van oorlogvoering 8.4. ... uitleggen waarom loopgraven zorgden voor een langere oorlog 8.5. ... uitleggen wat de oorzaken zijn van de Russische revolutie
  • uitleggen waarom dit conflict een wereldoorlog werd
  • verklaren waarom 1917 een kantelpunt was in de oorlog
  •  minimaal drie afspraken uit het Verdrag van Versailles benoemen 1.10... twee gevolgen benoemen van WOI
  • De Eerste Wereldoorlog
  • Roaring 20's
  • Crisisjaren
  • Onafhankelijkheidsbewegingen
  • De Tweede Wereldoorlog

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Frans-Duitse oorlog
Frans-Duitse oorlog: 
  • Duitse staten onder leiding van de Pruisen verslaan Frankrijk. 
  • In Versailles wordt het Duits Keizerrijk uitgeroepen. 
  • Frankrijk verliest het grondstof rijke Elzas-Lotharingen. 
  • Frankrijk wilden Wraak. 

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
Duitsland: 
  • Duitsland was na de éénwording, een groot land geworden. 
  • Duitsland vond dat het meer recht had op invloed en kolonies. 
  • Om deze invloed te krijgen begon Duitsland zijn marine en leger te vergroten. 
  • Hierdoor startte er een wapenwedloop tussen Groot-Britannie en Duitsland. 

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
Groot-Britannie: 
  • Grootste Wereldmacht. 
  • Voelde zich bedreigd door Duitsland.

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
Rusland: 
  • Belangrijk tijdens de oorlog tegen Napoleon. 
  • Wilde gebruik maken van het zwakke Ottomaanse rijk. 
  • Wilden hun macht vergroten (Balkan)

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
Indirecte oorzaken: 
  1. Wapenwedloop. 
  2. Militarisme. 
  3. Nationalisme. 
  4. Bondgenootschappen.

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
Machtsblokken:
De Centralen: 
  1. Duitsland
  2. Oostenrijk-Hongarije

De Geallieerden: 
  1. Frankrijk
  2. Rusland
  3. Groot-Brittannie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De oorlog breekt uit
  • De dader was een Servische nationalist.
  • Oostenrijk-Hongarije wilden Servie hiervoor straffen. 
  • Duitsland beloofde Oostenrijk-Hongarije hiervoor steun. 
  • Servie had steun van Rusland. 
  • Rusland had weer de steun van Frankrijk. 
  • Op 28 juni verklaarde Oostenrijk-Hongarije, Servie de oorlog. 
  • Hierop mobiliseerde Rusland zijn leger. 
  • Waarop Duitsland, Rusland de oorlog verklaarde.
  • Frankrijk had zijn leger ook gemobiliseerd. 
  • Waarop Duitsland ook Frankrijk de oorlog verklaarde. 

Slide 12 - Tekstslide

Oorlog breekt uit
  1. Om een tweefrontenoorlog te voorkomen en daarom snel met Frankrijk af te rekenen valt Duitsland, Belgie binnen. 
  2. Daarop verklaart Groot-Brittanie, Duitsland de oorlog. 
  3. Begint succesvol, de Duitsers worden op 70km van Parijs gestopt. 
  4. Om hun posities te verdedigen graven zij zich in. 
  5. Doordat de Fransen weten te voorkomen dat de Duitsers Parijs veroveren, moeten Duitsland en Oostenrijk-Hongarijk een tweefrontenoorlog voeren. 

Slide 13 - Tekstslide

De oorlog breekt uit
  1. Overal ter wereld werd gevochten. 
  2. Troepen uit de koloniën vochten ook mee op de Europese slagvelden.  

Slide 14 - Tekstslide

Oorlogsverloop
  1. Door het Russisch rijk enorm was, hadden de Duitsers verwacht dat zij minimaal één maand nodig hadden om hun legers te mobiliseren. 
  2. Maar de Russen hadden hun leger al binnen 3 weken gemobiliseerd. 
  3. De Russen vallen verrassend aan, maar worden snel een halt toe geroepen.  
  4. Vanaf 1915 leiden de Russen worden de Russen steeds verder terug gedrongen. 
  5. Februari 1917 vindt de Februarirevolutie plaats waardoor de Tsaar moet aftreden. 
  6. De nieuwe (Democratische) regering zet de strijd met Duitsland voort. 
  7. Na de Oktoberrevolutie, komen de communisten van Lenin aan de macht en zij sluiten vrede met Duitsland

Slide 15 - Tekstslide

Oorlogsverloop
  1. Met de vrede van Brest-Litovsk moeten de Russen land afstaan. 
  2. Door de vrede met Rusland kunnen de Duitsers soldaten van het oostfront naar het westfront sturen. 
  3. Hierdoor veroveren de Duiters voor het eerst in 4 jaar weer land. 
  4. Maar met de hulp van de Amerikanen wordt deze aanval afgeslagen. 
  5. Dit zal het laatse offensief van de Duitsers zijn in het Westen. 

Slide 16 - Tekstslide

Zimmermanntelegram

Slide 17 - Tekstslide

Oorlogsverloop
  1. Begin 1917 verklaart Amerika, Duitsland de oorlog. 
  2. Amerikanen hadden in het begin nog een klein leger. 
  3. Maar in 1918 arriveren 250.000 Amerikaanse soldaten per maand. 
  4. Met behulp van de Amerikanen en de nieuwe wapens slaan de geallieerden de Duiters terug, waarop op 11 november 1918 , om 11:11, er een wapenstilstand . 
  5. Vlak voor de wapenstilstand vlucht de Duitse keizer naar Nederland. 
  6. Dit wordt gezien als het einde van de oorlog. Officieel eindigt de oorlog pas in 1919 met de Vrede van Versailles. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Vrede van Versailles
Gevolgen van de vrede: 
Duitsland kreeg de schuld 'dictaat van Versailles' 
  1. Duitsland moest een enorme herstel betaling doen. 
  2. Verloor Elzas-Lotharingen. 
  3. Verloor gebied aan Polen. 
  4. Verloor zijn koloniën. 
  5. Max een leger van 100.000

Slide 21 - Tekstslide

Verwoesting
  1. Eerste oorlog waar burgers in de frontlinie stonden. 
  2. Door de ontwikkeling van nieuwe wapens (machinegeweren) sneuvelden meer soldaten. 
  3. Inzet van massavernietigingswapens (Gifgas). 
  4. Veel soldaten krijgen last van oorlogstrauma's (PTSD/Shellshock). 

Slide 22 - Tekstslide

Betrokken burgers
Productie: 
  1. Grotere verwoestingen door massavernietigingswapens 
  2. Frontlinie ipv veldslagen
  3. Door de oorlog kwam er een oorlogsindustrie. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag: Studiewijzer

Slide 24 - Tekstslide