4.2 Nederland exportland

4.2 Nederland exportland
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

4.2 Nederland exportland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling 4.1
  • Uitleg 4.2

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Weet je het nog?
  • Import?
  • Waarom import?

Slide 3 - Tekstslide

4.2 Kennen / kunnen
Begrippen:
  • Export (uitvoer)
  • Investeren
  • Betalingsbalans
  • Open economie
  • Gesloten economie

Slide 4 - Tekstslide

Export
Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland.

Door export moet er meer geproduceerd worden en daardoor zijn er ook meer banen.


Slide 5 - Tekstslide

Goede tijden
  • Kopen ze meer in NL en dan...

  • Export stijgt, bedrijven hebben meer personeel nodig, meer inkomen, meer besteding--> economische groei

Slide 6 - Tekstslide

Open economie 
Open economie = Een economie die veel handel met het buitenland heeft. Het grootste deel van het nationaal inkomen verdienen we door export.

Gesloten economie -> Cuba en Noord-Korea.




Slide 7 - Tekstslide

Open / gesloten Economie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
  • Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
  • Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans

Slide 10 - Tekstslide

Open of gesloten economie?

Slide 11 - Tekstslide

Betalingsbalans

Slide 12 - Tekstslide

Betalingsbalans
Meer import dan export? Dan is er een tekort op de betalingsbalans
Meer export dan import? Dan is er een overschot.

Slide 13 - Tekstslide

Open economie
Nederland is een open economie; d.w.z. dat we veel handelen met het buitenland.

Waarom exporteert een land?

  • Bedrijven kunnen zo hun afzetmarkt vergroten. 


Slide 14 - Tekstslide

Investeren
Het kopen van kapitaal goederen, zoals een machine of
bedrijfswagen
Het doel van investeren:
Meer te produceren
Beter te produceren
Goedkoper te produceren

Slide 15 - Tekstslide

Investeren

Investeren
Investeren:
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines, gereedschappen of gebouwen.
Bedoeld om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren

Slide 16 - Tekstslide

De betalingsbalans is:
A
Een overzicht
B
Een overzicht van betalingen aan het buiteland
C
Een overzicht van betalingen
D
Een overzicht van betalingen uit binnen en buitenland

Slide 17 - Quizvraag

een open Economie is:
A
Geen grenzen in dit land
B
Veel export
C
Veel import
D
Een land dat afhankelijk is van de import en export

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voordeel van een gesloten economie?
A
Je bent zelfvoorzienend
B
Je bent niet afhankelijk van andere landen
C
Je bent afhankelijk van andere landen
D
Je maakt winst met je handel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is investeren?
A
Het lenen van geld
B
Winst maken
C
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
D
Produceren

Slide 20 - Quizvraag

Wat is export?
A
het invoeren van goederen
B
een ander woord voor economie
C
een soort hockey
D
het uitvoeren van goederen

Slide 21 - Quizvraag