20220420 VEPL421AH niveau 4 leerjaar 1 werkwoordspelling

Nederlands
VEPL421AH
20 april 2022
Werkwoordspelling
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
VEPL421AH
20 april 2022
Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning VEPL421AH

  1. TOETS 1: Werkstuk: 07-10-2021
  2. TOETS 2: LEZEN: 26-01-2022 (herkansing 16-02-2022)
  3. TOETS 3: WOORDENSCHAT/SPREEKWOORDEN/UITDRUKKINGEN
    30-03-2022
  4. TOETS 4: PRESENTATIES mei/juni 2022.






Slide 3 - Tekstslide

WERKWOORDSPELLING

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Werkwoordspelling - tegenwoordige tijd
  • Werkwoordspelling - verleden tijd
  • Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
enkelvoud 
ik 
....jij/je
gebiedende wijs 
stam  
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t  
meervoud 
wij/we
zij 
jullie 
...
hele werkwoord  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

20-04: Zelfwerktijd: Werkwoordspelling
Studiemeter > ViaStarttaal Online > 2F > Werkwoordspelling

  • Tegenwoordige tijd - oefening 1 t/m 5

timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

VERLEDEN TIJD

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

persoonsvorm verleden tijd  
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud  
lopen - liepen 
slapen - sliepen 
geven - gaven 

+te
+de
+ten
+den

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verleden tijd
Je hebt te maken met:

regelmatige (ZWAKKE) werkwoorden
onregelmatige (STERKE) werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Verleden tijd
In de verleden tijd verandert alleen de persoonsvorm:

Ik bracht je naar huis.
Ik smeerde een boterham.
Ik werd naar huis gebracht.

Slide 15 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
 de ik-vorm verandert in de verleden tijd van klank

Verzenden - ik verzend - ik verzond - ik heb verzonden
Blijven - ik blijf - ik bleef - ik ben gebleven

ONregelmatig = GEEN regel
 
 

Slide 16 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
Geen klankverandering:

Ik fiets - ik fietste - ik ben gefietst
ik oefen - ik oefende - ik heb geoefend

REGELmatig: regel: 't ex kofschip

Slide 17 - Tekstslide

Regelmatig 
werkwoord + te/ten

ik maak+te
jij maak+te
hij maak+te
wij maak+ten
jullie maak+ten
zij maakt+en 





ik maakte
jij maakte
hij maakte
wij maakten
jullie maakten
zij maakten 

Slide 18 - Tekstslide

Regelmatig
werkwoord + de/den

ik meld+de
jij meld+de
hij meld+de
wij meld+den
jullie meld+den
zij meld+den



ik meldde
jij meldde
hij meldde
wij meldden
jullie meldden
zij meldden

Slide 19 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden hebben een REGEL
Als je niet weet of het -te of -de moet zijn, dan gebruik je de regel van ‘T ex KOFSCHIP.

(of fokschaaptaxi, XTC-koffieschop)

Slide 20 - Tekstslide

Kijk naar het hele werkwoord
Haal -en ervan af.
Is het een medeklinker uit’T K O F S C H I P?
eem de ‘ik-vorm’ van de onvoltooid tegenwoordige tijd.
1
Kijk naar het hele werkwoord
verhuizen
maken
2
Haal -en ervan af. 
Welke letter is dan de laatste letter?
z
k
3
Is het een medeklinker uit ’t ex kofschip?
nee
ja
4
Neem de ‘ik-vorm’ van de tegenwoordige tijd.
verhuis
maak
5
De verleden tijd is: ‘ik vorm’ + -te of -de
verhuisde
maakte

Slide 21 - Tekstslide

20-04: Zelfwerktijd: Werkwoordspelling
Studiemeter > ViaStarttaal Online > 2F > Werkwoordspelling

  • Verleden tijd - oefening 1 t/m 5

timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden kofschip
Zuchten - zucht - zucht+te - ik zuchtte 
faxen - fax - fax+te - ik faxte
maken - maak - maak+te - maakte
boffen - bof - bof+te - bofte
botsen - bots - bots+te - botste
lachen - lach - lach+te-lachte
stoppen - stop - stop+te - stopte

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

Slide 31 - Tekstslide

Werkwoordspelling - Voltooide tijd
Gebruik het hele werkwoord.

Haal daar 'en' vanaf. Dit is de stam.

Staat de stam in het taxikofschip? 
Dan volgt er T. 

             Staat de stam niet in het taxikofschip?
                      Dan volgt er een D. 

Slide 32 - Tekstslide

20-04: Zelfwerktijd: Werkwoordspelling
Studiemeter > ViaStarttaal Online > 2F > Werkwoordspelling

  • Voltooid deelwoord - oefening 1 t/m 5


timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Terugblik
  • Werkwoordspelling - tegenwoordige tijd
  • Werkwoordspelling - verleden tijd
  • Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Slide 34 - Tekstslide

20-04: Zelfwerktijd: Werkwoordspelling
Studiemeter > ViaStarttaal Online > 2F > Werkwoordspelling

  • Tegenwoordige tijd - oefening 1 t/m 5
  • Verleden tijd - oefening 1 t/m 5
  • Voltooid deelwoord - oefening 1 t/m 5
  • Gecombineerde deeltoets - oefening 1 t/m 5


timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide