Klas 4 periode 2 grammatica

Er ist der Bruder von meinem Vater.
A
Onkel
B
Großvater
C
Cousin
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Er ist der Bruder von meinem Vater.
A
Onkel
B
Großvater
C
Cousin

Slide 1 - Quizvraag

Klas 4 periode 2 grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 3 - Sleepvraag

Sterke werkwoorden met a in de stam.
Sterke werkwoorden met e in de stam.
du/er/sie/es
er fährt
wir sprechen
a verandert in ä
ich lese
e verandert in i bij een korte klank
ich sehe
du siehst
ich laufe
du läufst
Tegenwoordige tijd

Slide 4 - Sleepvraag

4de naamval
mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval (Dativ).
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 6 - Sleepvraag

Kartoffelsalat
Flammkuchen
Maultaschen
Apfelstrudel
Lebkuchen
Knödel
Kaiserschmarren
Bratwurst

Slide 7 - Sleepvraag

voorzetsels 3e naamval
voorzetsels 4e naamval
mit
entlang
durch
bei
seit
um
bis
von
nach
zu
aus
für
ohne
gegen

Slide 8 - Sleepvraag

De naamvallen: Sleep de juiste vraag en nummer naar de bijhorende naamval
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp
1
3
4
aan/voor wie/wat?
2
wie/wat + werkwoorden + onderwerp
wie/wat + werkwoorden

Slide 9 - Sleepvraag

Er ist der Vater von meinem Vater.
A
Cousin
B
Großvater
C
Bruder

Slide 10 - Quizvraag

Sie ist die Schwester von meiner Mutter.
A
Tante
B
Cousine
C
Schwester

Slide 11 - Quizvraag

Er ist der Sohn von meinem Onkel.
A
Bruder
B
Cousin
C
Großvater

Slide 12 - Quizvraag

Sie ist die Tochter von meinem Onkel.
A
Cousine
B
Schwester
C
Mutter

Slide 13 - Quizvraag

Sie ist die Mutter von meiner Mutter.
A
Tante
B
Großmutter
C
Schwester

Slide 14 - Quizvraag

Er ist der Mann von meiner Mutter.
A
Bruder
B
Vater
C
Onkel

Slide 15 - Quizvraag

..... kommt er? Er kommt aus Stuttgart.
A
Warum?
B
Welche?
C
Wo?
D
Woher?

Slide 16 - Quizvraag

..... bist du nicht in der Schule?
A
Wohin?
B
Wie?
C
Warum?
D
Was?

Slide 17 - Quizvraag

Er ist der Vater von meinem Vater.
A
Cousin
B
Großvater
C
Bruder

Slide 18 - Quizvraag

Sie ist die Schwester von meiner Mutter.
A
Tante
B
Cousine
C
Schwester

Slide 19 - Quizvraag

Er ist der Sohn von meinem Onkel.
A
Bruder
B
Cousin
C
Großvater

Slide 20 - Quizvraag

Sie ist die Tochter von meinem Onkel.
A
Cousine
B
Schwester
C
Mutter

Slide 21 - Quizvraag

Sie ist die Mutter von meiner Mutter.
A
Tante
B
Großmutter
C
Schwester

Slide 22 - Quizvraag

Er ist der Bruder von meinem Vater.
A
Onkel
B
Großvater
C
Cousin

Slide 23 - Quizvraag

Er ist der Mann von meiner Mutter.
A
Bruder
B
Vater
C
Onkel

Slide 24 - Quizvraag

..... kommt er? Er kommt aus Stuttgart.
A
Warum?
B
Welche?
C
Wo?
D
Woher?

Slide 25 - Quizvraag

..... bist du nicht in der Schule?
A
Wohin?
B
Wie?
C
Warum?
D
Was?

Slide 26 - Quizvraag