In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Taalverzorging
B. Bijvoeglijke naamwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Het huiswerk was:
Spelling A: Meervoudsvorming blz. 108
Opdr. 3 t/m 12
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Even terug naar de vorige les:
meervoudsvormen
Slide 5 - Tekstslide
Welke regels voor het spellen van meervoudsvormen ken je nog?
Slide 6 - Woordweb
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over (een eigenschap van) een zelfstandige naamwoord. Hierbij kan het gaan om kleur, vorm, leeftijd enzovoorts.
Een bijvoeglijk naamwoord heeft een verbogen en een onverbogen vorm.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is juist? Toevoeging van de -e
A
Een opvallend programma
B
Een opvallende programma
Slide 8 - Quizvraag
Voorbeeld
Een bijvoeglijk naamwoord heeft een verbogen en een onverbogen vorm.
Deze smartphone is mooi.
De mooie smartphone .
Meestal gebruik je de verbogen vorm, dus met een -e.
Slide 9 - Tekstslide
1. Toevoeging van de -e
A. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een -e bij:
* De-woorden;
De jonge docent is erg populair.
De nieuwe gebouwen zijn erg mooi.
Slide 10 - Tekstslide
2. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e bij:
* Het lidwoord een voor een het-woord;
een nieuw gebouw
een mooi meisje
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
De-woorden Het-woorden
De nieuwe auto Het nieuwe huis
Een nieuwe auto Een nieuw huis
Slide 12 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van het voltooid deelwoord is een bijzondere vorm. Hiervoor geldt één regel.
We schrijven het zo kort mogelijk op.
Hierbij letten we wel op de uitspraak...
Dus niet: de uitgeputeatleet, maar de uitgeputte atleet.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort en eenvoudig mogelijk.
Maar, bij korte klank: dubbele medeklinker!
Een witte muur - de gewitte muur
Bij lange klank laat je juist een klinker weg:
Een bezweet voorhoofd
Het bezwete voorhoofd (en niet: het bezweette voorhoofd)
Slide 14 - Tekstslide
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt. Het stoffelijk naamwoord eindigt meestal op -en.
Dit geldt niet voor nieuwere stoffen, waarvan de naam vaak uit het Engels afkomstig is. Denk aan plasticbekertje, aluminiumfietsframe enzovoorts.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Een gouden ring
B
Een goude ring
Slide 16 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Een aluminiumen pan
B
Een aluminium pan
Slide 17 - Quizvraag
Stofaanduidingen
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord iets aangeeft wat van stof gemaakt is, is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
Is het een 'nieuwe' stof zoals plastic of polyester, dan schrijf je geen uitgang. Bij een 'oude' stof schrijf je -(e)n.
Heb je wel eens naar De gouden kooi gekeken?
Zijn spullen zitten in een plastic tas.
Slide 18 - Tekstslide
Even samen oefenen...
Slide 19 - Tekstslide
Gisteren heb ik aan het ... (lief) meisje een ... (mooi), ... (zilver) ketting gegeven.
Slide 20 - Open vraag
Het ... (klein) meisje tekent.
Slide 21 - Open vraag
Het ... (actueel) onderwerp
Slide 22 - Open vraag
De ... (individueel) begeleiding
Slide 23 - Open vraag
Trappen van vergelijking
'Gewone' bijvoeglijke naamwoorden staan in de stellende trap. We kunnen ze ook in de vergrotende en de overtreffende trap zetten.
Denk aan mooi, mooier, mooist; of: goed, beter, best.
Slide 24 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Je stelt iets vast.
Je maakt het groter
Je overtreft alles
Slide 25 - Tekstslide
Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.
Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.
Slide 26 - Tekstslide
De NIEUWE plant staat in de hoek van de kamer.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 27 - Quizvraag
Mijn zus koos het GROOTSTE stuk taart.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 28 - Quizvraag
Lola is veel BRAVER dan Lianne.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 29 - Quizvraag
Mooi
Slide 30 - Open vraag
Lang
Slide 31 - Open vraag
Veel
Slide 32 - Open vraag
Ja
Nee
Slide 33 - Poll
In hoeverre heb je de spelling van bijvoeglijke naamwoorden en de trappen van vergelijking onder de knie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 34 - Poll
Aan de slag
Wat
Maak je huiswerkopdrachten van deze week
Hoe
Eerste 10 minuten individueel, in stilte.
Als de timer afgelopen is mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.