Tekstverbanden 1

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel deze les:
Doel: 
Ik kan tekstverbanden en signaalwoorden herkennen


Slide 2 - Tekstslide

Signaalwoorden
Opsomming, tegenstelling, tijd(svolgorde) en oorzaak/gevolg

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden 
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
Opsomming - 
volgorde (tijd)
Tegenstelling 
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Slide 5 - Tekstslide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
(Tijds)volgorde
Gebeurtenissen worden in de juiste tijdsvolgorde opgeschreven.
 
Bijvoorbeeld: Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.
 
Signaalwoorden: eerst, dan, daarna, toen, vroeger, nu, later, voordat, nadat, dadelijk, intussen
 



Slide 7 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 8 - Quizvraag

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 9 - Tekstslide

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
Opsomming 
Bij een opsomming worden verschillende zaken achter elkaar opgenoemd.
Bijvoorbeeld: In de eerste plaats is het leuk, en ten tweede is het ook nog nuttig.
of: Ik wijzig niet alleen het rooster, maar houd me ook bezig met de gevolgen daarvan.
Signaalwoorden: ook (nog), tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte, verder, en, niet alleen … maar (ook)
De opsomming wordt ook wel aangegeven met liggende streepjes, getallen of met puntjes (dots).

Slide 10 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens

Slide 11 - Quizvraag

Tegenstelling
Maar, toch, daarentegen, hoewel

Slide 12 - Tekstslide

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
Tegenstelling
In een tekst worden tegenovergestelde dingen genoemd.

Bijvoorbeeld: Veel jongeren willen in de vakantie wat bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk.

Signaalwoorden: maar, echter, toch, hoewel, tegenover, daarentegen, aan de ene kant… aan de andere kant…

Slide 13 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
De PvdA is linkse partij .... het CDA, dat meer rechts is.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve

Slide 14 - Quizvraag

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 15 - Tekstslide

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
Oorzaak - Gevolg
Er is een oorzaak en dat heeft een bepaald gevolg

Bijvoorbeeld: Doordat het bijna niet geregend heeft deze zomer (oorzaak), zijn veel planten in de tuin verdroogd. (gevolg)

Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is, dat komt door, dus, dankzij, waardoor




Slide 16 - Tekstslide

Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor

Slide 17 - Quizvraag

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde


Zelfstandig
- (in stilte) lees je de uitgedeelde tekst globaal.
- Bepaal het onderwerp
- Lees nu de hele tekst
- Onderstreep van iedere alinea de kernzin
- Bepaal het deelonderwerp per alinea
- Benoem het tekstdoel van deze tekst
- Zoek naar de signaalwoorden die horen bij het tekstverband: opsomming, tegenstelling, tijdsvolgorde en oorzaak/gevolg. Arceer deze signaalwoorden. 






oorzaa
Opdracht

Slide 18 - Tekstslide