Week 10, les 4 1F

Welkom!




Nederlands 
Mavo/ havo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!




Nederlands 
Mavo/ havo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

Slide 1 - Tekstslide

Voordat we gaan beginnen
Duim omhoog/ duim naar beneden: Hoe gaat het met je?

1. Deze dag is goed begonnen. 
2. Ik heb zin om weer naar school te gaan. 
3. Ik heb vragen over de vorige les. 
4. Ik heb mijn stukje tekst/ gedicht over mezelf ingeleverd via google classroom. De lesgroepcode is: jz4mogy

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
1. Opdracht 46 nagekeken (verwijswoorden)
2. Opdracht 47 gemaakt (tekstopbouw)
3.  Spelling afgerond, blok 1 t/m 3. 


Slide 3 - Tekstslide

Wat we deze les gaan doen/ doelen
Lezen en spelling
  • Lezen, blok 4, opdracht 47 nakijken (tekstopbouw)
  • Lezen, blok 5, opdracht  (hoofd- en bijzaken)
  • Spelling, blok 4, opdracht 

Afsluiting:
  • Nieuwsquiz (algemene kennis) 

Slide 4 - Tekstslide

Lezen, blok 4, opdracht 47 nakijken


1 Hij gebruikt een kort verhaaltje (voorbeeld) en kondigt het onderwerp aan.
2 Het middenstuk telt vijf alinea’s.
3 Het slot ontbreekt.
4 a Ze verwijst naar neonlampen (regel 2).
 b die verwijst naar gassen (regel 5).
 c het verwijst naar glas (regel 25).
 d die verwijst naar Glasblazers (regel 27).
 e Die verwijst naar een speciale pomp (regel 36).

5 Een neonlamp werkt bijna hetzelfde als een gloeilamp, alleen hebben neonlampen geen dun metalen draadje, maar bevatten ze gas.


Slide 5 - Tekstslide

Lezen, blok 4, opdracht 47 nakijken


6 In de eerste zin: ‘Dat er ... kleuren lampen hebt.’
7 a Neonlampen vallen niet alleen op vanwege hun kleur, maar ook door hun vorm.
 b Toelichting. De zinnen lichten toe hoe het buigen van de buisjes in z’n werk gaat.
8 Eigen antwoord. Voorbeeld: Het past niet goed. Het woord verzuipen komt niet meer letterlijk in de alinea voor. Het geeft niet de kern van de alinea weer.
9 Een neonlamp heeft tussen de 3000 en 15000 volt aan stroom nodig.
10 Vijf kenmerken:  – Hij werkt op gas.  – Kan veel verschillende kleuren laten zien.
 – Kan in verschillende vormen worden gebogen.  – Bevat soms kwik om de kleur van gassen helderder te laten gloeien.  – Heeft veel stroom nodig.
11 Eigen antwoord en toelichting daarbij. De titel past bij de inhoud van de tekst. De tekst gaat over neonlicht en spotlights slaat op de felle kleuren van een neonlicht.

Slide 6 - Tekstslide

Lezen
1. Theorie lezen blok 5 Lezen. 

2. https://www.youtube.com/watch?v=KJtaIqahi3I

Slide 7 - Tekstslide

Lezen
1. Theorie lezen blok 5 Lezen. 

2. Opdracht 38 maken (blz 253).

3. In break-out rooms.
4. Volgende les nakijken.

Slide 8 - Tekstslide

Spelling
1. Theorie blok 1 t/m 3 afgerond. 

2. Spelling blok 4, opdracht 22 (blz 189), tt, vt maken. 

3. Oefen de onderdelen op www.cambiumned.nl 
 

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les
1. Lezen blok 5, opdracht 38 nakijken. 

2. Spelling blok 4, 
opdracht 22 en 24 (blz 189)



Slide 10 - Tekstslide

Nieuwsquiz

1. Via www.kahoot.it
2. Eigen voornaam

https://create.kahoot.it/details/c41260b8-f89c-4467-8776-6fd9a8fce800

Slide 11 - Tekstslide

Doelen/ Reflectie
1. Tekstopbouw
2. Hoofd- en bijzaken
3. Blok 4 spelling, tt en vt

1. Wat ging goed?
2. Wat zijn verbeterpunten?
3. Hoe ga je dat aanpakken?


Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Fijne dag!

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Reflectie: Welke smiley kies je?
1. smiley= hoe vond je de les en waarom?
2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Slide 14 - Tekstslide