6 In de eerste zin: ‘Dat er ... kleuren lampen hebt.’
7 a Neonlampen vallen niet alleen op vanwege hun kleur, maar ook door hun vorm.
b Toelichting. De zinnen lichten toe hoe het buigen van de buisjes in z’n werk gaat.
8 Eigen antwoord. Voorbeeld: Het past niet goed. Het woord verzuipen komt niet meer letterlijk in de alinea voor. Het geeft niet de kern van de alinea weer.
9 Een neonlamp heeft tussen de 3000 en 15000 volt aan stroom nodig.
10 Vijf kenmerken: – Hij werkt op gas. – Kan veel verschillende kleuren laten zien.
– Kan in verschillende vormen worden gebogen. – Bevat soms kwik om de kleur van gassen helderder te laten gloeien. – Heeft veel stroom nodig.
11 Eigen antwoord en toelichting daarbij. De titel past bij de inhoud van de tekst. De tekst gaat over neonlicht en spotlights slaat op de felle kleuren van een neonlicht.