Lees blz. 125 hb en maak opdr. 7 t/m 11 blz. 91 wb.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lesplanning vrijdag 5 juni 1F TH
Kijk het hw na.
Maak en bekijk de sheets.
Lees blz. 125 hb en maak opdr. 7 t/m 11 blz. 91 wb.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Voeg een foto toe ter bewijs van het nagekeken werk.
Slide 3 - Open vraag
0
Slide 4 - Video
Fort El Mina
Portugezen kochten op de West-Afrikaanse kust slaven -> die moesten werken op de plantages in Brazilië (Portugese kolonie) -> eerst inheemse indianen geprobeerd, maar die waren niet sterk genoeg en stierven bij bosjes door de ziekten die de Europeanen overbrachten -> Afrikaanse slaven sterker.
Hoe komen ze aan slaven? -> Door onderlinge oorlogen Afrikaanse stammen worden krijgsgevangenen verkocht aan o.a. Portugese slavenhandelaren.
Slide 5 - Tekstslide
Vervolg
Afrikaanse stammen waren niet constant in oorlog, dus ook geen constante toevoer van slaven -> Portugal bouwde fort El Mina om slaven 'op te slaan'.
Slide 6 - Tekstslide
Kaapvaart en Manhattan
West-Indië = Amerika -> West-Indische Compagnie (WIC) -> monopolie op de handel in Amerika -> net als VOC ook recht op oorlog voeren (kaperbrieven) en forten bouwen.
Met kaperbrieven overvielen zij Spaanse en Portugese schepen -> Piet Hein Zilvervloot
1624 Fort Nieuw Amsterdam op Manhattan, ruilde het tegen Suriname -> kolonie van de Republiek
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Brazilië en slavenhandel
In 1630 veroverde de WIC Portugees Brazilië + (slaven)plantages -> er waren slaven nodig -> fort El Mina werd veroverd.
Aruba, Bonaire en Curaçao werden doorvoerstations voor Suriname/Brazilië
Weinig Nederlanders wilden in de kolonies wonen -> na 20 jaar werd Brazilië opgegeven.
WIC bleef wel in de trans-Atlantische slavenhandel
Slide 9 - Tekstslide
Driehoekshandel
Vanuit de Republiek werden vuurwapens, katoenen stoffen, goud en zilver verscheept naar West-Afrika om slaven te kopen ->
De slaven werden verscheept naar Noord- en Zuid-Amerika om aan plantagehouders te worden verkocht ->
Op de terugweg naar de Republiek namen ze katoen, suiker, tabak en koffie mee -> ze voeren in een driehoek -> Europa - Afrika - Amerika - Europa
Slide 10 - Tekstslide
Slaven
Slaven waren duur = dus belangrijk om ze gezond te houden -> 20% overleefde overtocht niet = hetzelfde als de scheepsbemanning -> maakten elkaar ziek met ziektes.
Op slavenmarkten werden slaven gebrandmerkt = eigendomsbewijs
Constant nieuwe slaven nodig door wrede behandeling en inheemse en Europese ziektes.
Slide 11 - Tekstslide
Plantagekolonie Suriname
Grootste plantagekolonie van de Republiek
Suikerriet- en koffieplantages
Opbrengst ging naar Europa
Vaak vluchtten de slaven (marrons = letterlijk 'gevlucht vee') het oerwoud in -> overvielen plantages om slaven te bevrijden en om aan vrouwen te komen.
1 juli 1863 werd slavernij verboden -> Keti Koti = verbroken ketting
Slide 12 - Tekstslide
Met welk doel werd de WIC opgericht?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent de afkorting WIC?
A
West Indonesische Compagnie
B
Verenigde Indische Compagnie
C
Verenigde Oost Indische compagnie
D
West Indische Compagnie
Slide 14 - Quizvraag
0
Slide 15 - Video
Vanuit waar werden de slaven gehaald?
A
Amerika
B
Afrika
C
India
D
Antillen
Slide 16 - Quizvraag
Waar werden de slaven verkocht?
A
In de winkel
B
Op het schip
C
Op de markt
D
Op de plantages
Slide 17 - Quizvraag
Hoe kwamen ze aan slaven?
A
Ze werden gekocht van Afrikaanse vorsten
B
Ze werden door de Europeanen gekidnapt.
C
Ze verkochten zichzelf.
D
Ze gingen vrijwillig mee.
Slide 18 - Quizvraag
Wat moesten slaven doen om gezond te blijven?
A
huppelen
B
zingen
C
springen
D
dansen
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel Afrikanen zijn als slaaf weggevoerd door de Europeanen?
A
2 miljoen
B
6 miljoen
C
12 miljoen
D
15 miljoen
Slide 20 - Quizvraag
Driehoekshandel WIC
Nijverheidprodroducten Zoals stoffen, Rum etc.
Slaven
Ruwe grondstoffen
Zoals Suiker, Katoen en tabak
Slide 21 - Sleepvraag
Lees blz. 125 hb en maak opdr. 7 t/m 11 blz. 91 wb. Voeg een foto toe ter bewijs.