Ik weet waarom (oorzaken) door het ontstaan van landbouwsamenlevingen de eerste stedelijke gemeenschappen konden ontstaan en wat hiervan de gevolgen waren voor mensen en de toen bekende wereld (KA 1.3)
Slide 2 - Tekstslide
1.3 De eerste steden
Hoe verschilt een stad van een dorpsgemeenschap?
Een stad heeft:
Een voedseloverschot hebben om handel te drijven
Verschillen tussen de bevolking (hiërarchie)
Niet iedereen werkt als boer, deze werken als ambachtslieden.
Slide 3 - Tekstslide
1.3 De eerste steden
Om een samenleving goed te leiden waren er leiders nodig om alles in goede banen te leiden. Er ontstaat een hiërarchie (gelaagde samenleving):
De monarch (koning)
Priesters (onderhouden contact met de goden)
Ambtenaren (helpen bij het bestuur)
Handelaren en ambachtslieden
Boeren en slaven
Het eiland Dilmu (Bahrein), was de belangrijkste markt in het Perzisch golfgebied.
Tekst
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
1.3 De eerste steden
Ambacht: beroep waarmee je iets met de hand maakt
Nijverheid: bedrijvigheid waarbij grondstoffen worden verwerkt
In de steden was men polytheïstisch: zij aanbaden meerdere goden
Ook het schrift was noodzakelijk: 1. Bijhouden van voorraden en belasting 2. Vastleggen van afspraken 3. Doorgeven van kennis
Met de uitvinding van het spijker- en hiërogliefenschrift kwam een eind aan de prehistorie in het Midden-Oosten.