1.6 + 1.7

Vak: Nederlands
1.6 en 1.7 
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
1.6 en 1.7 
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 26. 


huiswerkcontrole:
1.5 opdracht 10 t/m 12

Slide 2 - Tekstslide

3. lesdoel LJ1
Aan het eind van deze les:
- kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord. 

Slide 3 - Tekstslide

Stam
De stam van een werkwoord is het hele werkwoord zonder -en.

Bijvoorbeeld:
Wachten -> wacht
Schrijven -> schrijv
Zitten -> zitt

Slide 4 - Tekstslide

Geef de stam van: vallen

Slide 5 - Open vraag

Geef de stam van: krijsen

Slide 6 - Open vraag

Geef de stam van: geven

Slide 7 - Open vraag

Geef de stam van: pakken

Slide 8 - Open vraag

Geef de stam van: vrezen

Slide 9 - Open vraag

Ik-vorm
De ik-vorm is vaak gelijk aan de stam, maar niet altijd. Je moet soms een klinker toevoegen, een medeklinker weglaten of een letter veranderen.

Bijvoorbeeld:
Schrijven -> schrijv -> ik schrijf
Zitten -> zitt -> ik zit

Slide 10 - Tekstslide

Geef de ik-vorm van: vallen

Slide 11 - Open vraag

Geef de ik-vorm van: krijsen

Slide 12 - Open vraag

Geef de ik-vorm van: geven

Slide 13 - Open vraag

Geef de ik-vorm van: pakken

Slide 14 - Open vraag

Geef de stam van: vrezen

Slide 15 - Open vraag

5. Begeleid inoefenen
Bespreken opdracht 25. 

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 25 op blz 28 t/m 29.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

1. Lesopening
 Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 26.


Slide 18 - Tekstslide

2. Terugblik
Wat bedoelen we met de stam van een werkwoord?
En met de ik-vorm?

Bijv:
Lopen
Lezen

Slide 19 - Tekstslide

3. lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 21 - Open vraag

Persoonsvorm TT 
Tegenwoordige tijd:
  • Ik of jij/je achter de ik-vorm = ik vind, vind jij/je
  • ander enkelvoud: ik-vorm+t = jij vindt, hij/zij vindt
  • meervoud: hele werkwoord = wij vinden

Gebruik lopen of smurfen om te horen of je een t  achter de ik-vorm schrijft!

Slide 22 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik
Hij
Wij
word
worden
wordt

Slide 23 - Sleepvraag

Ik
Zij
Jullie
werd
werden

Slide 24 - Sleepvraag

5. Begeleid inoefenen
Opdrachten kort bespreken. 

Slide 25 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig 1.6 en 1.7 opdracht 1 t/m 4 op blz 26/28.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Evaluatie
Huiswerk:
Woensdag 28 september
1.6 en 1.7 opdracht 1 t/m 4          

Slide 27 - Tekstslide